Doorgaan naar artikel

Kamer worstelt met slachthuizen

Vanuit de politiek wordt kritisch gereageerd op de uitbraken van corona in de slachthuizen.

Foto: Bert Jansen

Foto: Bert Jansen

Vanuit de politiek wordt kritisch gereageerd op de uitbraken van corona in de slachthuizen. Ingrijpen blijkt politiek gezien heel lastig.

Slachthuizen blijken een gevoelige plek als het gaat om risico’s voor de verspreiding van het coronavirus. Ook in Nederland werden slachterijen gesloten vanwege uitbraken van Covid-19 onder slachthuispersoneel. De preventieve maatregelen die slachthuizen namen, bleken niet voldoende om verspreiding van het virus tegen te gaan. Ook bleken de coronamaatregelen van het RIVM niet overal even strikt te worden nageleefd, met name het vervoer van de medewerkers bleek een gevoelig punt.

Drie kapiteins op het schip dat slachthuis heet

Vanuit de politiek klinkt, vooral vanuit linkse hoek, kritiek: het kabinet moet ingrijpen. Dat blijkt in de praktijk echter niet zo eenvoudig. Het dossier ligt namelijk bij maar liefst drie bewindvoerders op het bordje: minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is de chef in het coronadossier. Hij gaat immers over de volksgezondheid. Hij gaat echter niet over de arbeidsomstandigheden in slachterijen. Daar is staatssecretaris Tamara van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verantwoordelijk voor. Als het gaat om de productiekant van de slachterijen, dus zowel het dier als het vlees, dan is landbouwminister Carola Schouten aan zet.

Politieke partijen worstelen hoe ze grip kunnen krijgen op de situatie

Het was verrassend genoeg laatstgenoemde die de vleessector op het matje riep toen de situatie uit de hand dreigde te lopen. Het is formeel namelijk niet de verantwoordelijkheid van Schouten om slachterijen aan te spreken op de arbeidsomstandigheden. Ze riep slachterijen op zich strikt aan de coronamaatregelen te houden. Slachterijen reageerden instemmend, maar nog binnen een dag na deze toezegging werd de Vion-slachterij in Apeldoorn stilgelegd. Niet vanuit Den Haag, maar door de regionale veiligheidsregio, die uiteindelijk de verantwoordelijkheid heeft over de veiligheid in de regio.

Geen Kamermeerderheid voor fokverbod

Politieke partijen worstelen hoe ze grip kunnen krijgen op de situatie. Esther Ouwehand (PvdD) heeft vanaf het begin van de coronacrisis geroepen om maatregelen in de slachthuizen en in de veehouderij om dierenwelzijnsproblemen door gebrek aan slachtcapaciteit te voorkomen. Ze kreeg meermaals nul op haar rekest, omdat de landbouwminister niet aanwezig was bij de enkele debatten die werden gehouden over de coronacrisis. Ouwehand kreeg zelfs bijval van Kamervoorzitter Khadija Arib, die benadrukte dat Ouwehand recht heeft op een serieus antwoord op haar vragen, in plaats van een nietszeggend antwoord van een minister zonder landbouwkennis. Uiteindelijk kregen de fracties schriftelijk wel antwoord op het voorstel voor een fokverbod, PvdA, SP en D66 roerden zich inmiddels ook. Volgens Schouten zou dat fokverbod niet effectief (want: te laat) en juridisch niet mogelijk zijn.

Bij het debat over de coronamaatregelen in de landbouw greep Ouwehand haar kans. Ze stelde een wetswijziging voor die het mogelijk maakt om een fokverbod in te stellen als dierwelzijnsproblemen dreigen door uitzonderlijke omstandigheden. Schouten wees het voorstel af. Het zou volgens haar wel eens een vrijbrief kunnen worden voor een algeheel fokverbod in Nederland. Ouwehand kreeg geen meerderheid, maar een waarschuwing naar de sector is wel gegeven. Tegelijkertijd is ook duidelijk geworden dat door de bestaande structuren niet zomaar paniekvoetbal gespeeld kan worden.

Snel delen

Image
Mariska Vermaas

Redacteur

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin