Colruyt wil eigen grond inzetten voor de bevoorrading van zijn eigen winkels. - Foto: ANP/Belga Photo
De Belgische supermarktketen Colruyt gaat de grondmarkt op. Het heeft al een paar landbouwbedrijven en wil die samen met nog te werven grond inzetten voor de bevoorrading van eigen winkels. Op het eerste oog lijkt dit gunstig voor iedereen.
Het is ketenintegratie in optima forma met de regie bij dat uiteinde van de keten dat de voelsprieten het best in de consumentenmarkt heeft, namelijk de retail.
Toch reageren Belgische boerenorganisaties uiterst kritisch op het plan van Colruyt. Ze vrezen doorgeslagen ketenbinding waarin de producent van de primaire producten helemaal niks meer in te brengen heeft, en alleen maar ja en amen mag zeggen op wat de grote baas hen opdraagt.
Van vrij ondernemerschap blijft weinig over, als de verpachter ook de (enige) afnemer is
Die angst is niet zonder grond. Van vrij ondernemerschap blijft bij deze aanleverbedrijven van Colruyt weinig over, als de verpachter ook de (enige) afnemer is. De boeren die deze grond gaan bewerken – met door de eigenaar voorgeschreven teelten en mogelijk ook teeltmethodes – zijn eerder uitvoerder dan aannemer.
Minder ondernemersruimte
Ketenformules met voor de boeren minder ondernemers-speelruimte zijn er wel meer. Denk aan kalverintegratie VanDrie en het grote varkensbedrijf Smithfield. In de Nederlandse pluimveewereld lijkt het ook een beetje die kant op te gaan, met de aangekondigde exclusieve relatie van 2 Sisters Storteboom en De Heus. Maar een hele keten – van grond tot magnetronmaaltijd – in één hand, dat is nog een stap verder.
Het voordeel is: optimale afstemming en planning. De keerzijde is minder bewegingsruimte en minder ruimte voor ondernemerschap. Laat dat laatste nou juist vanouds de kracht zijn van die primaire sector, waar uiteindelijk de hele keten van profiteert.