Foto: ANP
In dit artikel
Kippen, varkens, runderen, schapen en geiten zijn samen goed voor 16% van de totale proefdierpopulatie, die in 2018 is ingezet.
Van de landbouwhuisdieren zijn kip en varken verreweg het meest gebruikt voor onderzoek of voor onderwijs.
Dat blijkt uit gegevens die minister Carola Schouten naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Muizen (155.524) zijn verreweg het meest gebruikt voor dierproeven, blijkt uit de door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit verzamelde gegevens.
Onderzoek naar dierziekten
Het merendeel van de ingezette varkens, kippen, runderen, schapen en geiten deed dienst bij onderzoek op gebied van dierziekten, dierenwelzijn of voor onderzoek naar diergeneesmiddelen. Het merendeel van de dieren overlijdt of wordt gedood tijdens of in het kader van de dierproef. Van de kippen blijft 5 % in leven, van de runderen 80%, van de schapen 21%, van de geiten 30% en van de varkens 37%.
Landbouwhuisdieren
Landbouwhuisdieren (inclusief paarden en ezels) worden vooral bij het onderwijs ingezet op de Universiteit Utrecht, waar ook de faculteit Diergeneeskunde is gevestigd. In Utrecht werden 25 paarden en (muil-)ezels in gezet, 93 varkens, 15 geiten, 117 schapen, 1329 runderen en 946 huishoenders ingezet voor het onderwijs. Aan de universiteit Wageningen worden landbouwhuisdieren vooral ingezet voor onderzoek op gebied van dierziekten en dierenwelzijn (136 varkens, 22 geiten, 382 runderen, 1458 huishoenders).