Koeien in de wei op een hete zomerdag. - Foto: Bert Jansen
Melkvee mag steeds vaker naar buiten. In 2015 ging het om 65% van het melkvee, in 2021 kwam 75% van de koeien buiten. 83% van de bedrijven doet nu aan weidegang, tegen 76% in 2015.
Wel zijn de koeien minder lang buiten. De trend is: overdag buiten, ’s nachts binnen. Dat blijkt uit weidegangcijfers van statistiekbureau CBS.
Lees verder onder de grafieken
Het aantal uren weidegang is flink afgenomen. In 2021 liepen koeien die buiten kwamen, gemiddeld 1.300 uur in de wei. In 2013 was dat nog ruim 1.700 uur. Dit komt vooral doordat koeien vaker ’s nachts binnen gehouden worden.
In 2013 liep 23% van alle weidekoeien dag en nacht buiten, in 2021 was dat nog 14%. Een dag weidegang staat gemiddeld voor 7 uur buiten, een etmaal weidegang is goed voor gemiddeld 17 uur in de wei. De verschuiving naar alleen overdag buiten heeft volgens het CBS te maken met schaalvergroting.
Korter weideseizoen
Verder signaleert het CBS dat het weideseizoen iets korter is geworden. In 2013 liepen koeien gemiddeld 165 dagen buiten, in 20221 nog 155 dagen. Dit terwijl het groeiseizoen als gevolg van klimaatverandering juist steeds langer wordt. Een verklaring hiervoor heeft het CBS niet.
Na een gestage terugloop begon vanaf 2015 zowel het aantal bedrijven met weidegang als het aantal koeien in de wei weer toe te nemen. Die trend zet nog steeds door. Het is te zien als een succes voor het in 2012 afgesloten Convenant Weidegang. Dit voorziet in een plus op de melkprijs voor weidemelk en in voorlichting. Weidemelk is afkomstig van koeien die minimaal 120 dagen per jaar 6 uur per dag buiten lopen. Voor beide criteria liggen weidebedrijven gemiddeld dus nog wel ruim boven deze ondergrens.
De provincies vertonen flinke verschillen. In het Westen komt het meeste weidegang voor. Noord-Holland spant de kroon, daar doet 97% van de bedrijven aan weidegang. Flevoland is hekkensluiter met minder dan de helft. In het Zuiden komen koeien minder buiten dan in het Noorden. Dit komt overeen met een verschil in bedrijfsintensiteit, ofwel aantal koeien per hectare.