Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft aan pluimveeorganisatie Avined laten weten dat er geen financiële steun komt voor de door de coronacrisis getroffen eendenhouderij en de broedeisector.
In een brief aan Avined- en LTO/NOP-voorzitter Eric Hubers geeft LNV aan dat er geen plannen zijn voor nieuwe nationale sectorspecifieke steunmaatregelen, en dat er daarom ook voor de pluimeesector geen steun zal komen.
LTO/NOP vermoedt dat het besluit is ingegeven door politieke motieven. “Hoewel ondernemers in andere sectoren ruimhartig steungelden krijgen van de regering, krijgen eendenhouders niets. De politiek vindt dat de eendenhouderij niet diervriendelijk en duurzaam genoeg is en laat haar daarom stikken,” zegt LTO/NOP-voorzitter Eric Hubers, die het schandelijk noemt.
LTO/NOP vindt het onbegrijpelijk dat dat de overheid de gezinsbedrijven in de pluimveehouderij in de kou laat staan. De eendenhouderij en broedeisector trokken al eerder aan de bel toen landbouwminister Carola Schouten € 650 miljoen uittrok voor de fritesaardappelsector en de sierteelt. Zij vrezen met name in de eendenhouderij faillisementen, omdat deze keten volledig is stilgezet. In heel Nederland worden sinds eind maart geen eendenkuikens meer opgezet.
De eendenhouderij is voor zijn afzet afhankelijk van de horeca. Toen de horeca op slot ging in Noordwest-Europa raakten de vriezers in rap tempo vol en besloot integratie Tomassen Duck-To tijdelijk geen nieuwe dieren meer op te zetten.
De integratie verwacht ergens in augustus weer nieuwe dieren opgezet kunnen worden, maar een exact moment is nog niet bepaald. Eendenhouders hebben daardoor al weken of maanden (afhankelijk van wanneer ze hun laatste ronde hebben afgeleverd) hun stallen leegstaan.