LTO-leden hechten het meeste belang aan het voorkomen van generieke krimp van de veestapel.
Op nummer 2 staat het behoud van de latente ruimte, en herijking van Natura2000-gebieden maakt de top 3 compleet. Dat blijkt uit de stikstofenquête die LTO Nederland hield onder haar leden.
Ruim 71% van de LTO-leden geeft aan zich in te willen zetten voor gerichte publieksvriendelijke activiteiten en demonstraties als ze een duidelijk onderhandelingsdoel hebben. Minder dan 3 op de 10 van de leden staat achter hardere acties, terwijl circa 15% helemaal niet achter nieuwe acties staat.
Ruim 80% van de deelnemers geeft aan dat het belangrijk is om bij de onderhandelingen zo veel mogelijk binnen te halen, maar uiteindelijk willen ze liever enkele onderdelen binnenhalen dan helemaal niets. De ‘alles-of-niets‘-benadering verliest hiermee terrein.
Aanstaande maandag worden de punten van LTO Nederland en het rapport van het landbouwcollectief opnieuw inzet van gesprek. De 5 thema’s die door deelnemers aan de enquête als prioriteiten worden gezien, krijgen dan extra aandacht.
Naast de top 3 prioriteiten vinden de leden de generieke realistische drempelwaarde, geen vergunningplicht voor het beweiden en bemesten en geen koppeling van productierechten (fosfaat-/ dierrechten) het meest belangrijk.
Ook de afroming van 30% bij extern salderen is een veelbesproken en belangrijk bevonden begrip. De meest belangrijk gevonden onderwerpen krijgen extra aandacht in de onderhandelingsgesprekken.
Leden van LTO konden de stikstofenquête van 6 tot en met 11 december invullen. In totaal hebben 4.955 leden meegedaan. 79% daarvan was veehouder (waarvan 59,9% melkveehouder), 20% was akkerbouwer en 2% gaf aan uit de multifunctionele landbouw te komen (afgerond op hele percentages).