LTO: ook turbulente tijden voor akkerbouwers

14-11-2019 | |
Onkruidbestrijding met glyfosaat. - Foto: Mark Pasveer
Onkruidbestrijding met glyfosaat. - Foto: Mark Pasveer

Akkerbouwers krijgen veel voor de kiezen. Jaap van Wenum, voorzitter van LTO-vakgroep Akkerbouw, zette op een ledenbijeenkomst de uitdagingen op een rij. “Het zijn turbulente tijden.”

Door alle boerenacties lijkt het alsof vooral de veehouders het zwaar hebben. Maar ook de akkerbouwers maken turbulente tijden mee, vindt Van Wenum. Op een bijeenkomst in Midwolda (Groningen), de eerste van een serie ledenbijeenkomsten, zette Van Wenum op een rij waar de akkerbouwsector zoal mee te kampen heeft.

Verbod op gewasbeschermingsmiddelen

Als eerste noemt Van Wenum gewasbescherming. “Middelen verdwijnen terwijl alternatieven ontbreken. Het is voor het eerst dat op grote schaal gewasbeschermingsmiddelen worden verboden, terwijl de akkerbouwers met lege handen staan. Door het verbod op de neonicotinoïden moeten telers meer insecticiden spuiten. Het kiemremmingsmiddel chloorprofam mag volgend jaar niet meer worden gebruikt. Dat geldt ook voor het loofdodingsmiddel Reglone en voor onkruidbestrijdingsmiddelen die desmedifam bevatten. De insectenbestrijder Thiacloprid (een neonicotinoïde) staat ter discussie, evenals de schimmelbestrijder mancozeb.”

Geen alternatief voor glyfosaat

Van Wenum maakt zich ook zorgen over het voortbestaan van glyfosaat. Het onkruidbestrijdingsmiddel heeft in de EU een toelating tot eind 2022. “LTO knokt voor het behoud van glyfosaat, maar Frankrijk en Duitsland willen van het middel af. Dat is een grote bedreiging voor verlenging van de toelating. Voor al deze middelen zijn weinig alternatieve middelen voorhanden, of die alternatieven zijn slechter voor het milieu.”

Discussie rondom stikstofuitstoot

Een ander knelpunt is de discussie rondom de stikstofuitstoot. Van Wenum vreest het inkrimpen van de veestapel. “De akkerbouw heeft dierlijke mest nodig voor de bodemgezondheid. Dat past in de kringlooplandbouw die de overheid voorstaat. Bovendien hebben we door de dierlijke mest minder kunstmest nodig. Dat scheelt in de CO2-uitstoot. Daarnaast ruilen akkerbouwers grond met veehouders om een ruime vruchtwisseling te behouden. De akkerbouw heeft een sterke veehouderij nodig. En het wordt lastiger voor akkerbouwers dicht bij Natura-2000 gebieden om een bouwvergunning te krijgen voor bijvoorbeeld een nieuwe bewaarschuur.”

Ongunstige handelsakkoorden

Tot slot noemde Van Wenum de handelsakkoorden die de EU sluit met andere landen. “Het Ceta-akkoord met Canada pakt redelijk uit voor de akkerbouw. Maar het akkoord met de Zuid-Amerikaanse Mercosur-landen is slecht voor de akkerbouw. LTO vindt dat alleen producten mogen worden geïmporteerd waarvoor dezelfde eisen gelden als voor de productie in de EU.”

Engwerda
Jan Engwerda Redacteur


Beheer