Maisprijzen ondersteund door Chinese behoefte

Het bureau van het United States Department of Agriculture (USDA) in Peking gaf in een rapport aan dat de Chinese vraag naar mais voor seizoen 2022-’23 op 220 miljoen ton wordt geschat. Dat is 10 miljoen ton meer dan het voorgaande seizoen.

Voerfabrieken mengen meer mais in voerrantsoenen, omdat hogere prijzen voor onder andere tarwe de alternatieven voor mais beperken. Daarbij is Braziliaanse mais nu beschikbaar en concurrerend geprijsd met Chinese mais. Dat verstevigde de maisprijzen op de termijnmarkten.

Tarweprijzen trekken aan

De tarweprijzen trekken ook voorzichtig aan. Vorige week stonden tarwenoteringen op de Amerikaanse termijnmarkt nog onder druk, maar eind van de week kantelde dat sentiment omdat de zorgen over de oogstomstandigheden in de Verenigde Staten toenamen.

Daarbij neemt de spanning toe in Oekraïne. Landen, waaronder de VS en Duitsland, beloofden Oekraïne om tanks te leveren, zodat het land zich kan wapenen in de strijd tegen Rusland. Door deze toegenomen spanning bewogen graannoteringen iets omhoog.

Op het internationale toneel blijft het graanaanbod vanuit het Zwarte Zeegebied concurrerend. Het concurrerende aanbod uit die regio wordt enigszins in twijfel getrokken, omdat Rusland en Oekraïne voor oogst 2023 naar verwachting minder granen hebben ingezaaid.

Ook op de fysieke markt volgden de noteringen de internationele prijzen en stegen ook iets. De graanbeurs in Groningen verhoogde de notering voor voertarwe deze week met € 3 naar € 183 per ton.

Prognose: volatiele graanprijzen.