Doorgaan naar artikel

Marc Jansen (CBL): ‘Supers willen best meer betalen, maar wel aan eigen leveranciers’

Vaste ketenrelaties zijn het antwoord van de retail op de discussie over boeren-verdienmodellen.

Geüpdatet op:
Business
Interview
CBL-directeur Marc Jansen: "Onze leden geven aan: het geld moet wel terechtkomen bij de boeren waar ik zaken mee doe. " Foto: Roel Dijkstra premium

CBL-directeur Marc Jansen: "Onze leden geven aan: het geld moet wel terechtkomen bij de boeren waar ik zaken mee doe. " Foto: Roel Dijkstra

Supermarkten zijn best bereid extra te betalen voor producten die aan extra eisen voldoen. Mits zij maar zeker weten dat het geld ook terecht komt bij boeren die direct aan hen leveren, zo zegt CBL-directeur Marc Jansen. Vaste ketenrelaties zijn het antwoord van de retail op de discussie over boeren-verdienmodellen.

Een fonds zoals ruim 10 jaar geleden werd opgezet voor het verdoofd castreren van biggen, dat ziet Marc Jansen – directeur van het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) – er niet meer van komen. Supermarkten droegen toen per kilo verkocht vlees een bedrag af, dat via een fonds verspreid werd naar alle Nederlandse vermeerderaars zodat zij konden investeren in apparatuur om biggen te verdoven bij het castreren. “Het was toen wat het was. Maar dat soort collectieve fondsvorming, daar zijn wij als bedrijfsleven niet van”, aldus Jansen. “Het geld voor meerkosten moet terechtkomen bij die boeren waar je zelf zaken mee doet.”

Discussie verdienmodel boeren

Jansen heeft nog goed op het netvlies dat Farmers Defence Force (FDF) 2,5 jaar geleden dreigde te zorgen voor lege schappen met de kerst, door blokkades van distributiecentra. “We moesten toen via de rechter afdwingen dat dit niet gebeurde. Dat doen we niet graag, maar dat moest.” Daarna volgde gesprekken over het Farmer Friendly-keurmerk. FDF stelde voor dat supermarkten een klein deel van hun omzet zouden gaan afdragen aan een Farmer Friendly-coöperatie, zodat boeren een betere positie in de keten krijgen. “Wij hebben daar uiteindelijk van gezegd, dit kan gewoon niet, niet met dit model. Maar de discussie over het verdienmodel van boeren bleef wel.” Uiteindelijk krijgt het vervolg in een ander project: Waardecreatie in Ketens.

Hoe staat het ervoor met dit project, opgezet door supermarkten, verwerkers en boeren en tuinders om ketens uit te bouwen?

“In de eerste maanden van 2021 hebben we met een grote groep mensen zeer intensieve sessies gedaan, om te kijken: wat zijn wel goede oplossingen. Onze bestuursleden waren daarbij aanwezig, maar ook CEO’s van fabrikanten zoals Hein Schumacher (FrieslandCampina) en Jan Anker (A-ware), en LTO en een aantal andere boerenorganisaties. Onze conclusie daaruit is om afspraken te maken met individuele producenten, per keten, over hoe je meerwaarde toekent die de consument ook ziet, zodat meerkosten vergoed kunnen worden.”

Bij supermarkten is soms ook een mindshift nodig; hoe ver moet je gaan, moet ik me druk maken om de leverancier van mijn leverancier

“Dat kan niet anders dan via individuele bilaterale gesprekken. Collectief kun je dit soort dingen niet doen. Onze leden geven aan: het geld moet wel terechtkomen bij de boeren waar ik zaken mee doe. Uiteindelijk is uit die gesprekken het traject Waardecreatie in de Keten naar voren gekomen. Ik hoor daar tot nu toe alleen nog maar positieve verhalen over. Een voorbeeld waar je het effect daarvan ziet, is onlangs bij de prijs van vrije-uitloopeieren. Ondanks het verstrijken van de 16-weken waarbij die eieren niet langer als vrije-uitloopeieren verkocht mogen worden, betalen supermarkten nu nog de vrije-uitloopprijs. Dat is echt één van de spinoffs van het nieuwe denken in de retail.”

Is de relatie tussen boeren en de retail de afgelopen jaren significant veranderd?

“Ik denk dat deze wel positiever is geworden. Er zal altijd een groep zijn die het niets vindt, of die het graag anders had gezien, en zich uit via social media. Ik denk dat veel boeren en tuinders die in die ketens werken tevreden zijn, maar zich hier niet over uit durven te spreken omdat ze zich geïntimideerd voelen door anderen. Het is jammer dat het sentiment zo is. Ik hoor dat er wachtlijsten zijn voor dedicated supply chains (ketens zoals Beter voor Koe, Natuur en Boer van AH en A-ware). Maar het vergt ook aan onze kant wel een omslag. Bij supermarkten is soms ook een mindshift nodig; hoe ver moet je gaan, moet ik me druk maken om de leverancier van mijn leverancier. En we hebben veel verschillende productgroepen, al die veranderingen kosten tijd.”

Wat jullie betreft ligt de koers er dus, met die vaste ketenrelaties. Gaan daar bindende afspraken over komen, zoals waar landbouwminister Henk Staghouwer op aanstuurt?

“Ik vind het bijna aanmatigend in het coalitieakkoord te moeten lezen over ‘niet vrijblijvende afspraken’. Als wij afspraken maken is het nooit vrijblijvend. Daag me uit om één afspraak te vinden die wij niet nagekomen zijn. Dat is in de politiek wel eens anders. Bij de laatste bijeenkomst van Waardecreatie in Ketens was naast alle betrokken partijen ook de minister aanwezig. Hij was daar wel positief over wat we doen. Wij moeten wel goed blijven uitdragen wat wij doen. De minister moet het regeerakkoord uitvoeren natuurlijk. Overheid en belangenbehartigers van ondernemers hebben wat mij betreft ook een rol: zorgen dat kosten voor ondernemers niet te hoog worden. De minister kan niet bepalen hoe hoog de melkprijs is, maar hij heeft wel invloed op de kosten van boeren en tuinders. Die zijn van invloed op hun marge. Ik verwacht daar wat meer creativiteit van de overheid, en eigenlijk ook van belangenbehartigers. Verdienen moet ondernemers in de markt doen, ook boeren en tuinders zijn gewoon ondernemer.”

Overheid en belangenbehartigers van ondernemers hebben wat mij betreft ook een rol: zorgen dat kosten voor ondernemers niet te hoog worden

Iedereen is zelf ondernemer, maar één van de redenen dat er zoveel discussie is over verdienmodellen van boeren is hun positie in de keten, waar je aan de ene kant te maken hebt met een overheid die allerlei eisen stelt en aan de andere kant met grote afnemers zoals ook jullie leden die een machtspositie hebben.

“Dat is absoluut waar. Maar wie hebben het samenwerken en het vormen van machtsblokken uitgevonden? Dat zijn de boerencoöperaties. Grotere coöperaties als FrieslandCampina en Cosun kunnen zich echt wel meten met hun afnemers. De wens naar slachtofferschap zit diep bij boeren en tuinders, maar is volstrekt onterecht. Een coöperatie als FrieslandCampina heeft duizenden leden. Supermarkten lijken soms groot maar kunnen in vergelijking met leveranciers ook klein zijn. Inkoopcombinatie Superunie is een coöperatie, om een grotere vuist te maken tegen de Nestlé’s, FrieslandCampina’s en Unilever’s van deze wereld.”

Zijn versproducten voor supermarkten margemakers voor supermarkten, ten opzichte van merkproducten van deze grote multinationals met een sterkere onderhandelingspositie?

“Je kunt niet echt kijken of een meter schapruimte Coca Cola meer oplevert dan een meter bloemkool. Supermarkten kunnen en willen zich meer profileren op versproducten; een fles cola is overal hetzelfde, daar zie je een keiharde strijd op de euro’s. Op verse producten zie je geen merken, anders dan merken van de supermarkt. Daar kun je je op onderscheiden. Daar profiteert de supermarkt van, maar zeker ook de producent.”

“De discussie over een boer die 10 cent voor zijn aardappelen krijgt terwijl de supermarkt er een euro voor vraagt, zul je altijd houden. Er worden andere kosten gemaakt, aan transport en verpakkingen, maar de prijs die de supermarkt ergens voor vraagt loopt ook niet altijd synchroon met de prijs die de boer ervoor krijgt. Als je als winkel een zuivelpakket inkoopt, maak je een totaaldeal voor de hele zuivelstroom. Uiteindelijk bepaal je als supermarkt vervolgens tegen welke prijs je welk product aanbiedt; dat is een autonoom proces. Als je aan een supermarkt vraagt wat voor marge zij hebben op een meter koffie of een meter AGF, kun je overigens ook wel eens te horen krijgen dat er juist hogere marges op koffie zitten. Bij groente en fruit heb je veel meer derving, en veel intensievere inkoop nodig.”

Het proces van het vormen van deze vaste ketens is volop gaande. Verwachten jullie dat er nog nieuwe afspraken gaan voortvloeien uit het traject Waardecreatie in Ketens?

“De basis is gelegd voor individuele gesprekken. Die lopen allemaal zover ik begrepen heb. Het resultaat is dat er steeds meer boeren mee kunnen doen aan bepaalde programma’s, en dat je ook een platform hebt om afspraken te maken over randvoorwaarden zoals dierenwelzijn en biodiversiteit. Supermarkten zijn best bereid daar extra voor te betalen, ze willen alleen zeker weten dat het extra geld dat ze uitgeven terechtkomt bij de boeren in hun keten.”

Staghouwer dreigt met een wettelijk afdwingbaar kader voor de bijdrage van verschillende schakels in de keten aan het verdienmodel van de boer, als er geen bindende afspraken gemaakt worden. Verwachten jullie dat het zover kan komen?

“Ik kan het me niet voorstellen. Tenzij we echt een heel ander soort land worden, waar de overheid gaat bepalen wat boeren moet verdienen. Ik kan maar één reden bedenken waarom dit nodig zou zijn: als er schaarste is. Zolang Nederland voor 80% exporteert en uiteindelijk een goed productieland is, zie ik geen enkele reden waarom de overheid zou willen ingrijpen. Of je daar als boer blij van wordt, vraag ik me ook af. Volgens mij moet je als ondernemer niet willen dat de overheid gaat bepalen wat jij verdient. Laten we eerst maar eens zien dat we met zijn allen de kosten in de klauwen houden.”

Snel delen

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin