Doorgaan naar artikel

Mark Boot: ‘De markt krimpt, maar Arla groeit door’

Ondanks een krimpende markt weet Arla keer op keer zijn marktpositie in de Nederlandse supermarkten verder te verstevigen. Vooral de merken doen het goed.

Geüpdatet op:
Interview
Food
Mark Boot: "Als bedrijf hebben wij de doelstelling om onze merken te laten groeien. Dat gaat nog steeds hartstikke goed."- Foto: Koos Groenewold premium

Mark Boot: "Als bedrijf hebben wij de doelstelling om onze merken te laten groeien. Dat gaat nog steeds hartstikke goed."- Foto: Koos Groenewold

Ondanks een krimpende markt weet Arla keer op keer zijn marktpositie in de Nederlandse supermarkten verder te verstevigen. Vooral de merken doen het goed.

Mark Boot, managing director Arla Nederland, viel met z’n neus in de boter. Kort na zijn aantreden in augustus vorig jaar schoten de zuivelnoteringen de lucht in. Het doet hem denken aan het jaar 2017 waarin de vetprijzen explodeerden, alleen zijn de huidige marktomstandigheden nog extremer. Daarbij staan de marges van de leden-melkveehouders, ondanks recordmelkprijzen, stevig onder druk. Aan Boot de taak om met de productielocatie van Arla Foods in Nijkerk, gericht op de productie van dagverse zuivel, voldoende marge te realiseren.

Lukt het Arla Nederland om de gestegen melkprijs terug te verdienen met de in Nederland geproduceerde en verkochte zuivelproducten?

“We zijn continu in dialoog met onze retailpartners. Soms denk je een goede afspraak te hebben, maar blijkt de wereld er een dag later compleet anders uit te zien. Neem de inval van Rusland in Oekraïne en de gevolgen voor de gasprijs. Die ging door het plafond. Belangrijk is om transparant te blijven naar je afnemers, dan kom je er meestal wel uit.”

Wat betekent dit voor de marges?

“In principe focus je als onderneming natuurlijk op producten met de hoogste marges. Bij ons zijn dat de merkproducten. Aan de andere kant wil je ook basisproducten blijven leveren. Als niet alleen de melkprijs, maar ook kosten zoals bijvoorbeeld energie en fruitpreparaten fors stijgen, komen de marges onder druk te staan. Soms kun je een margeverlaging tijdelijk accepteren. Dan weet je, het gaat om een schommeling. Als het te veel wordt, moet je naar je afnemer. Minder marge betekent uiteindelijk een lagere melkprijs. Helaas is het een feit dat ondanks record hoge melkprijzen, lang niet alle melkveehouders een dikke boterham verdienen. Naast een goed inkomen moeten ze ruimte hebben om te investeren, bijvoorbeeld in verduurzaming. Op dat niveau zitten we zelfs met de huidige relatief hoge melkprijs nog steeds niet.”

De samenloop van omstandigheden is nogal extreem. Maak je je zorgen?

“Ik maak me zorgen over de reactie van de consument. We gaan verschuivingen in de markt zien. Bijvoorbeeld van A-merk naar huismerk of van full service- naar hard-discount supermarkten. Als bedrijf hebben wij de doelstelling om onze merken te laten groeien. Dat gaat nog steeds hartstikke goed. Zelfs gedurende de afgelopen 5 maanden zien we nog groei. Dat is bijzonder. De markt krimpt en wij groeien nog steeds hard. Waar ik me vooral zorgen over maak, is het totale bestedingsplaatje van de consument. Alles wordt duurder. Dat kan ervoor zorgen dat consumenten hun uitgavenpatroon gaan heroverwegen. Essentiële producten blijven ze wel kopen maar luxere producten, daar gaan ze nog eens over nadenken.”

Ons marktaandeel is in de eerste 5 maanden van dit jaar gestegen naar boven de 11%.

Wat is Arla’s marktaandeel in de Nederlandse supermarkten?

“Ons marktaandeel vers (red. inclusief private label) is gestegen van 9,9% in 2020 naar 10,9% in 2021. De eerste maanden van dit jaar is dat verder gestegen naar boven de 11%.”

Hoe belangrijk is private label voor Arla Nederland?

“Het is goed voor de dekking van de fabriek.”

Wordt er ook nog wat aan verdiend?

“Zeker, we produceren niets tegen verlies. Daarbij is het interessant als service naar je klant. We bieden een volledig productenpakket. Mijn prioriteit ligt bij onze merken. Daar zit onze overlevingskracht en dat is goed voor onze leden-melkveehouders. Maar gezien de omvang van Arla zou het naar onze klanten toe vreemd zijn als we ons alleen zouden concentreren op de productie van merkproducten.”

Verwerkt Arla in Nederland alleen Nederlandse melk?

“Alleen in geval van een calamiteit maken we daar een uitzondering op, maar in de regel verwerken we hier alleen Nederlandse melk.”

Hoeveel melk ontvangt Arla nog uit de pool van de Dutch Milk Foundation (red. ontstaan als gevolg van fusie Friesland Foods en Campina)?

“Naar mijn weten maken we daar nu geen gebruik van. Wel werken we met diverse partnerships. Eko Holland is een goed voorbeeld wat betreft de aanvoer van biologische melk.”

Arla is op zoek naar nieuwe leden in Nederland. Waarom zou een melkveehouder kiezen voor Arla?

“Laat ik voorop stellen dat elke melkveehouder eigen belangen en behoeften heeft. Wat Arla biedt, is naast een concurrerende melkprijs een coöperatie waar de leden centraal staan. Ik constateer dat wij als bedrijf niets doen wat niet in lijn is met het belang van onze leden. Daarbij lopen we voorop wat betreft het halen van klimaatdoelstellingen.”

Als je geen onderdeel wil zijn van de klimaatoplossing, dan hoef je bij Arla niet aan te kloppen

Schrikt dat laatste juist niet veel melkveehouders af?

“Het komt met werk, maar daar ontvangen leden ook een beloning voor. Ze krijgen daarbij inzicht in wat er gebeurt en wat er verbetert. Kijk, als je zegt: Ik ga niets doen, dat werkt niet. Als je geen onderdeel wil zijn van de klimaatoplossing, dan hoef je bij Arla niet aan te kloppen. Dus we trekken een bepaald soort nieuwe leden. Bijvoorbeeld boeren die onderdeel willen zijn van de oplossing. Iedereen die aan de voorwaarden wil en kan voldoen, is welkom.”

Arla ziet Nederland als groeimarkt. Wat betekent dit?

“Dat betekent dat er extra middelen beschikbaar zijn om te investeren. Dan moet je denken aan investeringen in de fabriek, mensen en merken. Vanuit strategisch oogpunt wil Arla in Nederland blijven groeien. Dat is een gevolg van de groei die we in de afgelopen jaren hebben weten te realiseren.”

Behoren overnames ook tot de mogelijkheid?

“Ja, absoluut. Fusies en overnames zijn altijd onderdeel van ons denken, maar dat staat niet in onze strategie. Die is volledig gebaseerd op eigen groei. Overnames moeten simpelweg op je pad komen.”

Hoe lastig is het om na jaren in Zuidoost-Azië te hebben gewerkt, om te schakelen naar de markt in Nederland, België en Frankrijk?

“De uitgangspositie is anders, maar er zijn ook overeenkomsten. In Azië is Arla een relatief kleine speler. Je moet dus heel goed kijken in welke landen je met producten nog waarde kan toevoegen voor de klant. Arla ’s roomkaas is bijvoorbeeld echt fantastisch qua smaak en consistentie voor de Japanse keuken. Dus in Japan verkopen we veel roomkaas. In Bangladesh was behoefte aan melkpoeder en daar zijn we nu met Arla Dano het grootste merk. Na de overname van de fabriek in Nijkerk, als gevolg van de fusie tussen Friesland Foods en Campina, was voor Arla in Nederland ook de vraag: waar wil je groeien als merk? Dat hebben we met Arla biologisch goed gedaan. En ook met producten als Arla Skyr en Arla Lactofree. Allemaal concepten die heel goed zijn neergezet. In die zin zie ik veel overeenkomsten met de werkwijze in Zuidoost-Azië. Wat het hier anders maakt is dat je hier je melkstromen hebt en leden-melkveehouders.”

Tekst gaat door onder de foto

"Na de overname van de fabriek in Nijkerk, als gevolg van de fusie tussen Friesland Foods en Campina, was voor Arla in Nederland ook de vraag: waar wil je groeien als merk? Dat hebben we met Arla biologisch goed gedaan", zegt Mark Boot. - Foto: Koos Groenewold
"Na de overname van de fabriek in Nijkerk, als gevolg van de fusie tussen Friesland Foods en Campina, was voor Arla in Nederland ook de vraag: waar wil je groeien als merk? Dat hebben we met Arla biologisch goed gedaan", zegt Mark Boot. - Foto: Koos Groenewold

Is de concurrentie in Europa intensiever?

“Dat zou ik niet zo durven stellen. Neem landen als Indonesië of de Filipijnen, daar heb je hele sterke lokale spelers. Of neem bijvoorbeeld een Vinamilk in Vietnam, een enorm sterke lokale speler. Daar concurreer je eigenlijk niet zozeer met een Nestlé of FrieslandCampina, maar vooral met lokale spelers. Die zijn vaak heel machtig en hebben goede banden met de overheid. Ook begrijpen ze de consument heel goed. Na vele jaren in de zuivel ben ik tot de conclusie gekomen dat het niet veel zin heeft elkaar hevig te beconcurreren. Er is genoeg voor iedereen. Het gaat er meer om je categorieën te laten groeien.”

Je moet samenwerken en zorgen dat er over 10 jaar nog steeds gezonde melkveebedrijven zijn in Nederland

Wil Arla concurreren op duurzaamheid?

“Nee, al concurreren we als zuivelonderneming natuurlijk wel richting de consument met onze verschillende duurzaamheidslabels. Maar als je fundamenteel kijkt naar de problematiek in Nederland, dat is niet iets waar je op wil concurreren. Dan moet je gewoon samenwerken en zorgen dat er over 10 jaar nog steeds gezonde melkveebedrijven zijn in Nederland. Dat is in ieders belang.”

Dat was ook de insteek van de sector, maar niet alle partijen lijken daar in mee te gaan.

“Dat heb ik gemerkt tijdens mijn eerste bijeenkomsten bij de Nederlandse Zuivel Organisatie. Ook de communicatie met overheid en melkveehouders kan beter. Als er een moment is waarop we zouden moeten samenwerken, dan is dat gezien de klimaat- en stikstofproblematiek nu.”

Is de zuivelsector nog op tijd?

“Ik denk dat het nog kan. Als we de miljarden, die nu als gevolg van de stikstofcrisis apart gezet zijn voor het uitkopen van bedrijven, mogen investeren in innovatiekracht op het boerenerf, dan is er veel mogelijk. Zeker gezien de Nederlandse uitgangspositie met een stevig kennisinstituut als Wageningen UR en sterke zuivelbedrijven. Als het ergens kan dan is het hier.”

Veel melkveehouders hebben het gevoel dat de zuivel wordt gebruikt als relatief gemakkelijke kleine zondebok om zaken op af te schuiven. Ben je het daar mee eens?

“Ik denk dat dat inderdaad het geval is. Melkveehouders zitten te veel in het verdomhoekje en voelen zich inderdaad vaak zondebok. Als ik met mijn leden praat geven ze aan dat elke dag te voelen. Dat is jammer en onterecht. Neem de oorlog in Oekraïne. Ineens staat de beschikbaarheid van voldoende voedsel weer hoog op de agenda. Dan heb je met melk- en zuivelproducten gewoon een heel goed verhaal. Zuivel is wat betreft nutriëntendichtheid een van de meest betaalbare producten. Kijk bijvoorbeeld naar Bangladesh. Je krijgt daar nergens meer nutriënten per taka (red. lokale munt) als met melk.”

Waarom lijkt die boodschap niet aan te komen bij de mensen die erover gaan?

“Je moet niet vergeten dat de stikstofwet en het stikstofakkoord uitgevoerd moeten worden. Dat hebben we ook bij Shell gezien. We moeten als sector dus meehelpen aan een oplossing en dat tastbaar kunnen laten zien. Ik denk dat we enerzijds moeten communiceren dat we nu helpen een probleem op te lossen, bijvoorbeeld door als sector klimaatneutraal of zelfs klimaatpositief te worden. Dan heb je dat probleem uit de weg. En daarnaast moeten we blijven communiceren over de nutritionele waarde van zuivel. Daarbij wordt de schaal van de melkveehouderij in Nederland ten onrechte gezien als probleem, terwijl je het juist als kans moet gebruiken. Het goede en rijke van melk moet veel meer op de voorgrond.”

Coauteur: Wim Esselink

Snel delen

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin