Doorgaan naar artikel

Marktmacht Duitse retailsector is enorm

Duitse boeren hebben te maken met een grote marktmacht van de retailers.

Geüpdatet op:
Handel
Achtergrond
Winkelwagens bij Rewe, één van de grote retailers in Duitsland. - Foto: ANP

Winkelwagens bij Rewe, één van de grote retailers in Duitsland. - Foto: ANP

Duitse boeren hebben te maken met een grote marktmacht van de retailers. De mogelijkheden om zelf meer grip te krijgen op de prijsvorming zijn beperkt. Maar een grotere integratie in de waardeketen en productdifferentiëring zijn wel zinvol, concluderen economen van de universiteit van Bonn.

Welke rol spelen de supermarktketens bij de afzet en prijsvorming van producten van de Duitse landbouw? Die vraag hebben economen van de universiteit in Bonn geprobeerd te beantwoorden in een op basis van interviews met experts in de retailsector opgestelde studie. Het resultaat daarvan is uitgegeven door de Landwirtschaftliche Rentenbank.

Grote ketens bepalen

Bekend was bij voorbaat dat de concentratie in de detailhandel enorm groot is geworden. De consumentenmarkt voor voeding wordt voor het grootste deel beheerst door een handvol grote ketens: Edeka, Aldi (-Nord en -Süd), Lidl en Rewe. De marktmacht is navenant groot, stelde de Duitse kartelbewaker – het Bundeskartellamt – al in 2014 vast.

De economen uit Bonn constateren op hun beurt echter dat de ‘Lebensmitteleinzelhandel’ (LEH), zoals de Duitsers de retailsector noemen, maar een van meerdere afzetkanalen is. In het segment vers vlees en vleeswaren is het aandeel van de LEH 35% tot 40%. Bij de zuivel gaat het om 40% en bij groente en fruit 50%. Dat neemt niet weg dat ook de overige kanalen voor de in het binnenland afgezette producten zich oriënteren op de prijsvorming in de LEH en de beperkte marktaandelen doen dus niets af aan de relevantie.

Export biedt kans

Een belangrijke invloedsfactor bij de prijsvorming is de export en daarbij heeft de LEH niets in te brengen. Daardoor ontstaat volgens de uitkomsten van de studie een evenwicht tussen de prijsvorming via de LEH en die op de exportmarkten. Een actueel en sprekend voorbeeld is de gegroeide mogelijkheid om varkensvlees af te zetten in China. De mogelijkheid voor de LEH om de prijzen van dit product te drukken zijn daardoor gering.

Kritiek op grootmachten

Vanuit de landbouw wordt sterke kritiek geleverd op de marktmacht en het prijsdrukkende effect van de LEH. Niet alleen in Duitsland, maar zeker ook in Nederland. De boeren leveren echter de grondstoffen en hebben op de marges van de verwerkers weinig grip.

Dat geldt vooral voor de merkproducten. De concurrentie bij de merkproducten is groot, zodat hoge winsten niet kunnen worden verwacht. “Daarmee zijn ook de winstmogelijkheden van de producten via de deelname aan coöperatieve ondernemingen klein,” menen de experts. Hogere prijzen als gevolg van een krap aanbod worden voorts vaak op termijn weer teniet gedaan doordat deze leiden tot een uitbreiding van het aanbod. Hier is de roemruchte varkenscyclus aan het werk.

Korte ketens

Over de ontwikkeling van regionale producten is het oordeel positief, maar ook hier geldt dat hogere marges aan de kant van leveranciers primair afhangen van de krapte. Het aantal consumenten dat bereid is een hogere prijs te betalen voor regionale producten moet groter zijn en blijven dan het aanbod.

Een meerprijs kan ook gevraagd worden voor een surplus aan dierenwelzijn en biologische certificering. Hier is verkrapping van het aanbod door voor nieuwe marktdeelnemers barrières op te werpen echter moeilijk, omdat de LEH gebruik maakt van bestaande labels, zoals bijvoorbeeld VLOG (gentechniekvrije producten) en Demeter. In de systemen achter deze certificaten ontbreekt het aan mechanismen om het aanbod te beperken, stellen de experts in de interviews.

Landbouw kan weinig doen

Eindconclusie is dat er voor de landbouw niet zo veel mogelijkheden zijn om de marges op te krikken met behulp van speciale afzetkanalen.Tegen die achtergrond is het wel zinvol om in de waardeketen een sterkere integratie te realiseren. Daarmee kan de kostendoelmatigheid worden verbeterd en ook beter worden tegemoet te komen aan de vraag van de LEH naar een gedifferentieerd aanbod. “In dit verband gaat het niet alleen om het verlagen van de kosten op de landbouwbedrijven, maar ook om meer efficiëntie als het om de coördinatie van de afzet gaat,” aldus de economen uit Bonn.

Snel delen

Image
Wim Verseput

Freelance redacteur

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin