Meer agrifoodproducten uit Nieuw-Zeeland tariefvrij naar EU

In de handelsdeal zijn nieuwe quota afgesproken voor Nieuw-Zeelandse agrifoodproducten die zonder of met lagere invoerheffingen de EU binnen mogen komen. Zo gaat voor 10.000 ton rundvlees uit Nieuw-Zeeland de invoerheffing omlaag naar 7,5%. Voor schapenvlees mag een hoeveelheid van 38.000 ton heffingsvrij worden ingevoerd. Voor melkpoeder mag 15.000 ton de EU binnen voor een heffing van 20%.

Boter en kaas

Momenteel heeft Nieuw-Zeeland toegang tot de Europese markt met ruim 47.000 ton boter voor een heffing van 38%. Voor een volume van 36.000 ton wordt het tarief verlaagd naar 5%. In de handelsdeal is afgesproken dat 25.000 ton kaas zonder invoerheffingen geïmporteerd mag worden. Daarnaast gaat voor een volume van ruim 6.000 ton de invoerheffing omlaag van € 170 per ton naar nul. Ook voor wei (3.500 ton), suikermais (800 ton) en ethanol (4.000 ton) gaat het invoertarief omlaag naar nul. Andersom verdwijnen alle invoerheffingen aan Nieuw-Zeelandse kant voor Europese agrifoodproducten.

Europese boeren profiteren

Volgens de EU profiteren Europese boeren van deze afspraak en worden de belangen van Europese producenten van gevoelige producten zoals verschillende zuivelproducten, rundvlees en schapenvlees voldoende beschermd door de tariefquota’s. ‘De export van Nieuw-Zeeland zal de EU-markt niet in gevaar brengen door onbeperkte invoer in gevoelige sectoren. Het tariefcontingent voor rundvlees bedraagt bijvoorbeeld slechts 0,15% van de EU-consumptie en de quota die zijn overeengekomen voor boter, kaas en melkpoeder uit Nieuw-Zeeland vertegenwoordigen respectievelijk 0,71%, 0,27% en 1,30% van de EU-consumptie’, zo stelt de EU.

‘Pijnlijke compromissen’

De Europese boerenorganisatie Copa Cogeca spreekt over ‘pijnlijke compromissen’ die zijn gesloten over gevoelige sectoren. ‘Wat de landbouw betreft, zijn er belangrijke concessies gedaan in reeds gevoelige sectoren in Europa. Dit zal onze structureel negatieve handelsbalans (ongeveer € 750 miljoen in 2021) op landbouw verhogen, in een periode waarin we moeite hebben om te blijven investeren in duurzaamheid’. De organisatie roept op tot ‘goed beheer en toezicht op de tariefquota’s op de invoer van landbouwproducten om marktfalen te voorkomen’.