Rooien van suikerbieten. Cosun, Avebe en Cumela zien grote problemen door de invoering van een uiterste rooidatum. - Foto: Koos van der Spek
Cosun en Avebe maken zich grote zorgen over de gevolgen van het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn voor de teelt van zetmeelaardappelen, suikerbieten en cichorei. De verplichting om op zand- en lössgrond voor 1 oktober een vanggewas in te zaaien, dwingt telers om de gewassen vroegtijdig te rooien.
Dit leidt volgens agrarisch directeuren Gert Sikken van Cosun en Arjan de Rooij van Avebe tot een potentieel opbrengstverlies van 20 tot 25%. Op dit moment wordt ongeveer 10% van de suikerbieten en zetmeelaardappelen voor 1 oktober gerooid, het overige deel erna.
De Rooij vindt de voorgenomen maatregel om de (grond)waterkwaliteit te verbeteren contraproductief voor de duurzaamheid van de teelt. Zo moet het gewas nu mechanisch of chemisch aangezet worden tot afrijping om een bewaarbaar product te krijgen, terwijl het gewas anders natuurlijk kan afrijpen. De daling van de grondstoffen als gevolg van vroege oogst en de verplichting om rustgewassen op te nemen in het bouwplan zorgen voor Cosun en Avebe voor stijgende verwerkingskosten. Dit veroorzaakt volgens Sikken en De Rooij een forse deuk in de rentabiliteit of zelfs het bestaansrecht van de sector.
Cumela voorziet rooiproblemen
Loonwerkersorganisatie Cumela voorziet eveneens grote problemen door de invoering van een uiterste rooidatum. “Als we die voor 1 oktober moeten oogsten komen we straks heel veel capaciteit tekort, want loonwerkers kunnen niet in een maand alle bieten rooien. Datzelfde geldt voor de zetmeelaardappelen. Die kun je niet allemaal voor 1 oktober van het land hebben”, aldus Maurice Steinbusch. Loonwerkers zullen dan fors moeten investeren in rooicapaciteit. “Dat gaat een grote tariefstijging opleveren, want meer machines moeten dan op een zelfde areaal rendabel worden gemaakt.”
Minister: aan eisen Kaderrichtlijn Water voldoen
Carola Schouten, demissionair minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, zegt zich ervan bewust te zijn dat de maatregelen effect hebben op de keten. “Maar we zijn het stadium van het laaghangend fruit nu wel voorbij. Water is voor iedereen letterlijk van levensbelang. Hoe langer we wachten met het nemen van maatregelen hoe zwaarder ze worden, omdat je dan in kortere tijd de doelen moet gaan halen. Die verantwoordelijkheid voel ik ook. Op deze manier hebben we wel een pakket waarmee je de opdracht van de Kaderrichtlijn Water wel zou kunnen gaan halen, op een manier die wel impact heeft, maar ook wel draaglijk is. De eisen van de Kaderrichtlijn Water staan. Daar moeten we aan voldoen en dat weten we ook al heel lang.”
Schouten zegt dat de maatregelen aansluiten bij het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en ook niet allemaal nieuw zijn. “In veel gebieden is al gewoon gewasrotatie. Dat het dan voor de mensen die het niet doen wat extra inspanning vergt, kan ik niet ontkennen.”
De Tweede Kamer debatteert woensdag 15 september over het concept 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn.