Hulde voor de jongerencommissie van Royal FrieslandCampina (RFC). Die trekt de conclusie dat als we samen coöperatie zijn, we ook samen moeten investeren in de toekomst, om ook later een goede melkprijs te hebben. Ze willen weer terug naar gezamenlijk financieren naar rato van geleverde melk.
RFC draait altijd mee in de top van de Europese melkprijs vergelijking. Veel buitenlandse boeren zijn er jaloers op. Waarom is er dan veel discussie over RFC’s melkprijs en financiering? Waarom krijgt RFC zoveel kritiek en is een discussie over een goede toekomst bijna onmogelijk? De boeren leveren de melk, krijgen een redelijke prijs en zijn financieel, in tegenstelling tot vroeger, nauwelijks aansprakelijk. De coöperatie is een grote familie, die een gemeenschappelijk belang heeft.
Een deel van de leden is ontevreden, wil alleen maar een zo hoog mogelijke melkprijs en wil niet investeren in de onderneming. Alle melk is voor hen wit en de fabriek moet die afnemen. Investeren in duurzaamheid, dierenwelzijn en milieu is niet nodig.
Het principe dat iedereen bijdraagt aan de financiering van de toekomst is losgelaten. We lopen klem met de financiering als we blijven vasthouden aan vrijwillige obligaties of verhandelbare aandelen, omdat de financiering terecht komt bij voornamelijk oudere en oud-leden. Als je geld van derden binnenhaalt, ga je vroeg of laat zeggenschap inleveren en dat wil je als familie ook niet. En een beursgang wil je niet omdat dat het einde van de familie wordt.
De frustratie binnen de sector is groot en dat is gezien het huidige politieke klimaat heel begrijpelijk. De frustratie en onmacht is ook voor een gedeelte te verklaren door de slechte situatie op menig boerenerf. Dan is er ook geen ruimte om te investeren in de toekomst. Zeker 10% van de melkveehouders zit in de positie dat ze geen toekomst hebben. Het bedrijf is te klein, heeft een slechte structuur, draait technisch niet goed genoeg of gaat gebukt onder een grote schuldenlast. Dat is erg triest en het klinkt hard maar die bedrijven hebben geen toekomst. Ze kunnen eigenlijk alleen maar nadenken over de vraag: hoe en wanneer stop ik.
Er is ook een categorie die zich niet thuis voelt bij de Familie. Maar ga dan je geluk elders zoeken en frustreer de familie niet met je onvrede, want dan ben je een sta in de weg voor een goede toekomst voor de familie. Dat wil niet zeggen dat er terechte kritiek is op bepaalde zaken, bv op verkeerde investeringen of hoe wordt gecommuniceerd. Maar het principe dat een deel van de familie, het bestuur en Algemene Vergadering mandaat hebben om voor de familie beslissingen te nemen is een fundamentele. En ook daarvoor geldt dat als je daar geen vertrouwen in hebt je beter de familie kunt verlaten.
En dan het voorstel van onze verstandige jongeren. Heel simpel, iedereen moet bijdragen aan de financiering van de onderneming naar rato van geleverde melk. Houd 1 cent melkgeld in per liter melk en zet dat voor 15 jaar vast. Dat levert € 100 miljoen per jaar op en in 15 jaren totaal € 1,5 miljard. Na 15 jaren wordt de eerste jaarschijf uitgekeerd. Als dan ook nog een leuke rentevergoeding wordt gegeven, is het best aantrekkelijk. Een gemiddelde boer heeft dan op termijn € 150.000 pensioen staan bij RFC.
Iedereen heeft dan hetzelfde belang, de vergoeding voor kapitaal gaat niet naar derden
Iedereen heeft dan hetzelfde belang, de vergoeding voor kapitaal gaat niet naar derden. De huidige obligaties kunnen blijven bestaan. Je kunt heel goed de groep de ze mogen hebben uitbreiden naar erfgenamen van leden of werknemers van RFC. Beter vele kleine financiers waarmee je een band hebt, dan een grote derde partij.
Dan is natuurlijk ook de vraag hoeveel geld de onderneming in redelijkheid nodig heeft. We hebben belang bij een goede melkprijs, dus bij investeren in primaire melkverwaarding. De directie zal altijd plannen hebben en mogelijkheden zien in zaken die verder afstaan maar toch kunnen bijdragen aan de winst. Als we vroeger niet geïnvesteerd hadden in Frysian Flag en Foremost in Azië hadden we een behoorlijke bijdrage in de winst gemist. Maakt wel of niet investeren in Pakistan iets uit voor de onderneming op dit moment? Eigenlijk hetzelfde dilemma: wel of geen fosfaat rechten kopen.
Mijn buurman is hoogleraar aan de Universiteit in Groningen en gespecialiseerd in en gepromoveerd op de gevolgen van fusie en overnames. Zijn conclusie is dat 80% van alle overnames niet succesvol is. Je hebt dus vier mislukkingen voor je éen succesvolle activiteit hebt. Ook bij RFC is voor honderden miljoenen geïnvesteerd in niet succesvolle overnames. Zeer kritisch zijn op de directie, met hun plannen, is dus nodig.
Een goede discussie dient gevoerd te worden over wat nodig is om melk goed te kunnen verwerken en gepast te investeren in overnames. De uitdaging is dit te realiseren binnen de mogelijkheden die de familie, met als doel ook in de toekomst een goede melkprijs te hebben. RFC heeft een omzet van meer dan € 10 miljard. Dat moet toch groot genoeg zijn om een succesvole zuivelfabriek te kunnen zijn in belang van de familie. Arla wilde op een gegeven ogenblik groeien en in omzet verdubbelen, maar is daar behoorlijk van teruggekomen.
Het vraagstuk is niet zo moeilijk als je de principes maar helder hebt en als familie gaat voor het toekomstig belang van de familie. Dat nou uitgerekend de jongeren dit heel goed doorhebben en sommige ouderen verzanden in discussie gevoed door onmacht en frustratie, is toch wel heel bijzonder. Hulde voor de Jongerencommissie.