Foto's: Ruud Ploeg / Werry Crone
Pachters zijn ongerust over de koers die minister Schouten koos voor het pachtbeleid, vlak voor het kabinet demissionair werd.
Door Hans Meijer, waarnemend voorzitter van pachtersbond BLHB
Op de valreep van 2020, net voor de val van het kabinet, heeft landbouwminister Schouten de invulling van een nieuw pachtstelsel bekendgemaakt aan betrokken partijen. Zij wil pachtcontracten korter dan zes jaar ontmoedigen via prijsbeheersing en contracten langer dan zes jaar stimuleren door een vrije prijs. Jonge boeren krijgen volgens haar dan een betere toegang tot de grond. Verpachters zouden voortaan bij verpachting ook voorwaarden aan het grondgebruik kunnen stellen. Volgens de minister bevordert dit een beter bodembeheer.
Waarom is een wijziging nodig? Daarvoor moeten we even in het verleden duiken. Met het pachtdossier is dat zeker van belang, omdat daar voor de buitenstaander amper nog een touw aan vast te knopen is en klaarblijkelijk voor de medewerkers van het miniserie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ook niet.
Wijzigingen pachtbeleid door de jaren heen
In 1995 en 2007 zijn er wijzigingen in het pachtbeleid geweest. Doel was om de trend van afnemend areaal pacht te keren. Daarvoor werden nieuwe pachtvormen geïntroduceerd, waaronder kortdurende vrije pacht zonder prijstoetsing. Maar het doel werd niet gehaald. Er kwam een proces van substitutie op gang. Langdurige reguliere pacht maakt plaats voor kortdurende liberale pacht. De rol van pacht als wijze van financiering in de landbouw nam verder af. We zaten met een tweeslachtig stelsel met aan de ene kant reguliere pacht met heel veel regels en aan de andere kant een zeer vrije (liberale) vorm.
In 2014 kwam professor Willem Bruil met een evaluatie van het beleid en met het voorstel dat pachters en verpachters het zelf moesten uitzoeken. Daarbij zou de reguliere pacht via overgangsrecht – zo nodig eeuwigdurend – verdwijnen. Wie vond dat hem of haar tekort werd gedaan, moest maar naar de rechter. Verder zag Bruil geen rol meer voor de Grondkamers. De Haagse politiek was het met Bruil eens dat pachters en verpachters er samen uit moesten zien te komen. Maar dat lukte na ruim twee jaar niet, het zogenoemde Spelderholt-overleg mislukte. De politiek was daarna aan zet.
Tweeslachtig pachtstelsel
Eind 2020 lag er dan eindelijk van de minister een voorstel op tafel. Dit zal echter de tweeslachtigheid van het stelsel niet wegnemen. Sterker: de scheiding wordt groter. Waar de liberale contracten nu al weinig regels kennen, zullen de nieuwe liberale contracten voor overeenkomsten langer dan zes jaar nog vrijer worden.
Ontstaat hiermee een nieuw pachtstelsel? Nee, een stelsel veronderstelt samenhang en systematiek. De voorstellen zijn daarvoor te eenvoudig. Samenhang ontbreekt. Er is onvoldoende over nagedacht, of is er simpelweg te weinig kennis?
Gaan de voorstellen leiden tot toename van het pachtareaal en langdurende pachtovereenkomsten? Nee, de substitutie van reguliere naar liberale, zal blijven doorgaan. De liberale overeenkomsten worden niet maximaal zes jaar, maar zes jaar en één dag.
Jonge boeren stuiten op problemen
Jonge boeren stuiten met deze voorstellen op twee problemen. In de eerste plaats moeten ze opboksen tegen andere, vaak kapitaalkrachtigere partijen. In de tweede plaats zal langdurig gebruik er niet inzitten. Verpachters kunnen, en zullen, zo dicht mogelijk bij de minimumtermijn gaan zitten. Met zes jaar plus een dag heb je als verpachter alle vrijheid in prijs en voorwaarden. Bovendien heeft de Centrale Grondkamer uitgesproken dat, onder omstandigheden, tussentijdse contract-ontbinding mogelijk is. Jonge boeren krijgen dus per saldo geen betere toegang tot de grond en bovendien niet tot financiering van hun bedrijf omdat er onvoldoende zekerheid over het gebruik van de grond zal zijn.
De voorstellen leiden niet tot beter bodembeheer omdat niet helder is wat goed bodembeheer precies is. De verpachter gebruikt de mogelijkheid om voorwaarden te stellen aan het gebruik, bouwplan, gewasbescherming, kennis of onkunde van de boer, en wat nog meer allemaal verzonnen zal worden. Nu al is te zien dat terreinbeheerders een voorschot nemen op mogelijk nieuwe voorwaarden. De verplichte boswachterscursussen voor pachters van Staatsbosbeheer zijn nog maar het begin.
Bodembeheer is generiek beleid dat niet kan worden geregeld met regels die primair over de huur en verhuur van landbouwgrond gaan en dus maar een deel van de landbouwgrond in Nederland raken. Ook dragen de voorstellen niet bij aan de natuurinclusieve kringlooplandbouw. Pacht is een middel met beperkte werking en wordt in de voorstellen helemaal aan pachters en verpachters overgelaten. Geen regierol voor het Rijk dus.
Pacht in verkiezingsprogramma
De huidige demissionaire minister van landbouw is lid van ChristenUnie en staat op de lijst voor de komende verkiezingen. Het verkiezingsprogramma van ChristenUnie heeft het over prijsbeheersing en regulering van de pacht. Dat is een heel ander geluid dan de ‘vrijheid-blijheid‘-voorstellen van de minister zelf.
De minister is nog niet weg, maar inmiddels wel demissionair. Voorstellen over pacht worden waarschijnlijk door de Kamer ‘controversieel’ verklaard. De minister heeft al gemeld dat zij geen brief met voorstellen naar de Tweede Kamer stuurt.
De minister heeft meerdere malen aangegeven dat het in 2014 gesloten Akkoord van Spelderholt navolgenswaardige ideeën bevat. Kern van dat akkoord was dat de pachtvorm met de meeste rechten meer waard zou moeten zijn dan de pachtvormen die weinig rechten voor de pachter met zich meebrengen. Dus het was heel goed denkbaar geweest dat de minister niet zou zijn uitgegaan van contracten korter en langer dan zes jaar, maar dit had verdeeld in verschillende stappen qua tijdsduur van de contracten, waarbij de prijs stijgt met de contractduur en afhangt van eventuele beperkende voorwaarden. Het is daarnaast van belang een systeem van prijsbeheersing te hebben om de prijzen van agrarische gronden op een aanvaardbaar niveau te houden.
Prijsinformatie over landbouwgrond vind je op FoodAgribusiness.nl/markt