De agrarische sector wordt mogelijk uitgezonderd bij de invoering van een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (aov)voor zelfstandigen zonder personeel (zzp).
Dat blijkt bij de presentatie van het voorstel ‘Keuze voor Zekerheid’ dat de Stichting van de Arbeid maakte op verzoek van het kabinet. Steeds meer zelfstandigen bleken zich vanwege de hoge premie niet meer te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. Het kabinet vindt dit onwenselijk en zoekt daarom naar een oplossing.
In het voorstel moeten zelfstandigen zonder personeel zich straks standaard verzekeren voor langdurig inkomensverlies na ziekte of een ongeval. Mensen kunnen daarbij zelf hun periode van eigen risico kiezen: een halfjaar, 1 of 2 jaar. Deze keuze heeft gevolgen voor de premiehoogte. Naar schatting zal een zzp‘er met een bruto jaarinkomen vanaf € 20.000, maandelijks € 120 tot € 220 kwijt zijn aan de verplichte aov. Netto is dat tussen de € 85 en € 150 per maand. Verzekerden kunnen maandelijks een maximale uitkering van € 1.650 bruto krijgen, gelijk aan het wettelijk minimumloon. UWV gaat de uitvoering van de verzekering doen en de Belastingdienst int de premies.
Boeren en tuinders kunnen directe uitval vanwege ziekte of arbeidsongeschiktheid prima opvangen met hulp van het gezin, buren, bedrijfsverzorging of inhuur van personeel
LTO Nederland pleit ervoor om de agrarische sector vrij te stellen van de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering. “Agrarische ondernemers lopen net als iedere zelfstandige zonder personeel natuurlijk een risico op arbeidsongeschiktheid. Maar in de regel kunnen boeren en tuinders de directe uitval vanwege ziekte of arbeidsongeschiktheid prima opvangen met hulp van het gezin, buren, bedrijfsverzorging of inhuur van personeel”, zegt Marc Calon, voorzitter van LTO Nederland. “Een verplichte verzekering is daarom niet nodig. Agrarische ondernemers die toch een verzekering wensen, kunnen altijd terecht op de private markt voor een verzekering op maat”, vindt hij.
De Stichting van de Arbeid schrijft in haar advies dat een uitzondering van de landbouw ook uitvoerbaar is. ‘Het feit dat agrarische ondernemers levende producten produceren en verkopen betekent dat het uitvallen van de ondernemer door ziekte of arbeidsongeschiktheid per definitie direct moet worden opgevangen’, staat in het rapport. De huidige afspraken bieden niet voor alle agrarisch ondernemers een goede dekking voor de lange termijn. In de praktijk wordt in deze gevallen bij een groot deel van de ondernemers een inkomen afgedekt via via bedrijfsoverdracht of bedrijfsbeëindiging.
Of bedrijven uit de agrarische sector ook daadwerkelijk uitgezonderd zullen worden, is een politieke afweging. Als de landbouw niet meedoet, heeft dit geen gevolgen voor de premiehoogte van de verzekering. Voordat de verzekering kan worden ingevoerd, moet eerst de wet worden gewijzigd. Dat kan nog enkele jaren duren.