Doorgaan naar artikel

Monitor verkoop Schijf van Vijf-producten mogelijk

Het ministerie van VWS legde die vraag neer bij RIVM en het Voedingscentrum. Die raden aan de Levensmiddelendatabank te koppelen aan verkoopcijfers.

Om in beeld te brengen of er groei zit in de consumptie van producten uit de Schijf van Vijf, raden RIVM en het Voedingscentrum aan de Levensmiddelendatabank te koppelen aan verkoopcijfers. -Foto: Canva premium

Om in beeld te brengen of er groei zit in de consumptie van producten uit de Schijf van Vijf, raden RIVM en het Voedingscentrum aan de Levensmiddelendatabank te koppelen aan verkoopcijfers. -Foto: Canva

Doel van de overheid is om consumenten meer gezonde producten te laten consumeren. Maar hoe kan in beeld worden gebracht of er groei zit in de consumptie van producten uit de Schijf van Vijf?

Monitoren verkoop producten Schijf van Vijf

Het ministerie van VWS legde die vraag neer bij RIVM en het Voedingscentrum. Die raden aan de Levensmiddelendatabank te koppelen aan verkoopcijfers.

Het Nationaal Preventieakkoord uit 2018 is bedoeld om Nederlanders gezonder te maken door roken, alcoholgebruik en overgewicht terug te dringen. De overheid maakte hiervoor afspraken met meer dan 70 organisaties. In het akkoord heeft de overheid onder andere afgesproken met supermarkten, horeca en catering dat er elk jaar meer producten uit de Schijf van Vijf verkocht moeten worden. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) wil weten of dit ook echt gebeurt en of er ook minder producten van buiten de Schijf van Vijf worden verkocht. Het ministerie vroeg daarom het RIVM en het Voedingscentrum of het mogelijk is de verkoop van producten in de Schijf van Vijf in supermarkten in kaart te brengen en te monitoren.

Levensmiddelendatabank gegevens

Het RIVM en het Voedingscentrum geven aan dat dat mogelijk moet zijn. In de zogenoemde Levensmiddelendatabank staan namelijk verschillende gegevens over producten die in supermarkten worden verkocht, onder andere of ze binnen de Schijf van Vijf vallen. Deze databank wordt beheerd door het Voedingscentrum in samenwerking met het RIVM. De databank bevat uitgebreide etiketinformatie van meer dan 130.000 levensmiddelen die in Nederland worden verkocht. De gegevens worden gebruikt voor voorlichting, onderzoek en beleidsvorming.

Fabrikanten of supermarkten (in het geval van huismerken) zijn verantwoordelijk voor het aanleveren van de gegevens voor de databank en voor de juistheid en actualiteit ervan. Naar schatting zijn etiketgegevens van ongeveer 75% van de voedingsmiddelen aanwezig in de databank. Omdat een paar (grotere) supermarkten geen gegevens aanleveren, is er geen volledige dekking.

Beschikbare etiketgegevens voldoende representatief

RIVM en Voedingscentrum denken echter dat de beschikbare hoeveelheid etiketgegevens voldoende representatief is en dat de kwaliteit van de gegevens goed genoeg is voor een monitor van Schijf van Vijf-producten. Wel zijn bindende afspraken over het aanleveren van gegevens nodig om de landelijke dekking van de databank te vergroten en de kwaliteit van de gegevens te verbeteren.

De gegevens uit de databank moeten gekoppeld worden aan de verkoopgegevens. Daarin moet een keuze gemaakt worden tussen verkocht volume, het aantal verkochte producten of de omzet van de verkochte producten. Volgens RIVM en Voedingscentrum zou het verkoopvolume het meest geschikt zijn. Er zijn vier partijen, CBS, NielsenIQ, GfK en IRI, die beschikken over verkoopgegevens van supermarkten. Alle vier zouden ze geschikt zijn om data aan te leveren voor een monitor omdat ze informatie hebben van de grote spelers in de Nederlandse supermarktbranche.

De verkoopgegevens en de gegevens uit de databank kunnen het beste met elkaar gekoppeld worden met de EAN (Europees Artikel Nummer, ook wel streepjescode). Echter bevatten niet alle producten een EAN of mist er in één van de databanken een EAN bij producten. Daarvoor moeten oplossingen bedacht worden.

Stimulans voor supermarkten

Het RIVM en het Voedingscentrum raden aan om de resultaten van de monitor openbaar te maken: ‘Idealiter worden bij de resultaten van de monitor de namen van supermarkten en eventueel die van specifieke productgroepen bekendgemaakt. Dit maakt het mogelijk om goede voorbeelden uit te lichten. De betreffende supermarkten kunnen zich gewaardeerd voelen voor hun inspanningen. Daarnaast kunnen de resultaten een stimulans zijn voor supermarkten die nog minder goed presteren.’

Snel delen

Carolien Kloosterman
Carolien Kloosterman

Voormalig redacteur

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin