Nagenoeg geen residu in Nederlands voedsel

Op Europees niveau werd in 2% van de bemonsterde voedingsmiddelen residu van gewasbeschermingsmiddelen boven de MRL gevonden. Volgens Efsa is het op basis van deze cijfers onwaarschijnlijk dat chronische blootstelling via voeding aan gewasbeschermingsmiddelen enige reden tot bezorgdheid moet zijn voor de gezondheid van de Europese consument. Dat blijkt uit het jaarverslag van de Europese voedselveiligheidsinstantie Efsa.

Tomaten en aardbeien

In Nederland werden overschrijdingen gevonden in een monster van tomaten en een monster van aardbeien. Het ging daarbij om het middel spiroxamine in tomaten en trifloxystrobine in aardbeien.

In het Europese onderzoek van Efsa werden 12 voedingsproducten geselecteerd: appels, kool, sla, perziken, spinazie, aardbeien, tomaten, haver, gerst, wijn, koemelk en varkensvet. In totaal werden 12.579 monsters geanalyseerd op 182 residuen van gewasbeschermingsmiddelen. 53% van de monsters bleek geen meetbare niveaus van residuen te bevatten. 45% bevatte één of meer residuen van middelen in concentraties boven de zogenoemde kwantificatielimiet en onder of gelijk aan de MRL.

Meer monsters met hoog residu voor aardbeien

Het percentage monsters waarin een residu hoger dan de MRL werd gevonden steeg in 2019 ten opzichte van 2016 voor aardbeien, kool, wijn en varkensvet. Het percentage overschrijdingen daalde voor perziken, sla, appels en tomaten. In melk werd zowel in 2016 als in 2019 geen overschrijdingen van de MRL gevonden. Voor monsters van spinazie, haver en gerst kon geen vergelijking worden gemaakt.

Alle rapporterende landen samen analyseerden 96.302 monsters. Hiervan had 96,1% een toegestaan residugehalte, tegenover 95,5% in 2018. In 3,9% van de geanalyseerde monsters werd de MRL overschreden. In 2018 was dit 4,5%. 2,3% van de monsters leidde tot juridische sancties of administratieve maatregelen.

Biologische monsters

Van de biologische monsters had het grootste deel geen meetbare residuen (87%). 11,8% had meetbare residuen onder of op het MRL-niveau en 1,3% had residuniveaus boven de MRL. De overschrijdingen van de MRL’s en monsters met meetbare residuen komen over het algemeen vaker voor in biologisch voedsel dan in gangbaar geproduceerd voedsel. Voor dierlijke producten is deze trend in 2019 echter veranderd. Toen werden meer meetbare residuen (voornamelijk als gevolg van hexachloorbenzeen, DDT, thiacloprid en koper) in biologisch monsters (15%) dan in conventionele productiemonsters (6%) gevonden.