Doorgaan naar artikel

Nederland gaf relatief veel steun aan landbouw tijdens coronapandemie

De Europese Rekenkamer stelt vast dat Europese landen erg verschillend zijn omgegaan met coronasteun.

Rekenkamer coronasteun premium

De Rekenkamer concludeert dat de steunmaatregelen niet voldoende op boeren en tuinders waren gericht die het geld het hardst nodig hadden. Foto: Canva

De Europese Rekenkamer stelt vast dat Europese landen erg verschillend zijn omgegaan met coronasteun. Zo gaf Nederland relatief veel aan de land- en tuinbouw.

De steun voor land- en tuinbouwers tijdens de coronapandemie verschilde te veel van land tot land. Dat is de conclusie van de Europese Rekenkamer in een rapport over de maatregelen die ten behoeve van de landbouw werden genomen.

Positief is het feit dat de Europese Commissie er als de kippen bij was om maatregelen te nemen. Zo werd geld uit het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) vrijgemaakt, en mochten lidstaten van hun eigen begroting geld geven aan getroffen bedrijven zonder dat de Europese Commissie dat zou verbieden. Maar die coulante houding zorgde in sommige gevallen ook voor marktverstoring, concludeert de Europese Rekenkamer.

Een scheve verhouding

Zo wordt het voorbeeld van de tuinbouw genoemd. Nederland en Spanje zijn binnen de EU de twee grootste producenten van bloemen en planten. Tijdens de lockdown daalde de vraag van consumenten met maar liefst 80%. Nederland gaf daarvoor € 600 miljoen aan steun, terwijl Spanje er slechts € 10 miljoen voor uittrok. Een scheve verhouding, volgens de Rekenkamer, die voor de volledigheid ook de productiewaarde van beide landen vergeleek. In Spanje kwam de steun als onderdeel van die productiewaarde uit op 0,32%, terwijl de Nederlandse steun bijna 9% van de totale productiewaarde betrof.

Dubbele steun

In sommige lidstaten konden boeren van meerdere regelingen tegelijk profiteren. In Frankrijk kregen wijnboeren € 119 miljoen aan Europees geld om het algemene omzetverlies te compenseren. Maar ze kwamen ook in aanmerking voor staatssteun, en maakten daar massaal gebruik van. In Roemenië ontvingen de wijnboeren eveneens algemene staatssteun, en daarnaast kregen ze geld voor het verlies aan inkomsten per hectare. Dubbele steun dus. In Andalusië profiteerden vooral wijnboeren met meer dan 10 hectare van de regelingen omdat ze dan recht hadden op een algemene compensatie én een tegemoetkoming van de overheid per hectare. Die regeling gold niet voor wijnboeren met minder dan 10 hectare.

De Rekenkamer concludeert dat de steunmaatregelen niet voldoende op boeren en tuinders waren gericht die het geld het hardst nodig hadden. “Er is steun aan boeren gegeven of ze het nou nodig hadden of niet”, is de analyse. En dus werden sommige boeren overgecompenseerd, terwijl anderen te weinig kregen.

Toon van rekenkamer ’te hard’

De conclusie van de Europese Rekenmeesters is dan ook dat de regels duidelijker moeten worden, zodat bij een volgende crisis de maatregelen meer gelijk en dus eerlijker zullen zijn. Die mening deelt de Europese Commissie, hoewel ze de toon van de Rekenkamer te hard vindt. De Europese Unie heeft al een groot aantal maatregelen genomen, zo laat ze weten, waardoor de EU voorbereid is op een volgende crisis. Om die redenering kracht bij te zetten, publiceerde de Europese Commissie nogmaals een lijst met genomen maatregelen.

De Rekenkamer adviseert om de komende maanden te benutten om niet alleen te kijken naar wat er is gedaan, maar vooral naar hoe het beter op elkaar kan worden afgestemd. Wat de rekenmeesters betreft moet er voor 2024 een concreet plan liggen.

Snel delen

Image
Bert van Slooten

Redacteur Brusselse Nieuwe en correspondent in Brussel voor F&A

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin