Nederland grootste food-exporteur naar Verenigd Koninkrijk

Nederland blijft de grootste exporteur van voeding en dranken naar de Britten, Frankrijk vormt wel een steeds grotere bedreiging voor de koppositie.

Nederland behoudt voorlopig de koppositie als belangrijkste buitenlandse leverancier van voeding en dranken aan de Britten. Vorig jaar beliep de importwaarde ruim € 5,1 miljard wat wel 13% minder was dan in 2020 en 16,3% minder dan in pre-coronajaar 2019. Die eerste plaats wordt echter bedreigd door Frankrijk dat met bijna € 4,9 miljard de daling beperkt wist te houden tot 2% vergeleken met 2020 en 4,5% vergeleken met 2019.

Duitsland verliest terrein

De Britse invoer uit Nederland doet het daarmee slechter dan de totale import, zo blijkt uit het jaaroverzicht van de Food and Drink Federation FDF. Het Verenigd Koninkrijk liet in totaal voor € 52,7 miljard aan voeding en dranken aanvoeren uit het buitenland wat 4,2% minder was dan in 2020 en 3,7% minder dan in 2019. Nederland neemt daarmee nog altijd wel bijna 10% van de totale Britse invoer voor haar rekening. Verder verliest vooral Duitsland snel terrein met vorig jaar een daling van ruim 31% naar € 3,5 miljard. De Duitsers worden daarmee op de hielen gezeten door Italië en België, die beide de export naar de Britse markt op peil konden houden.

Britse export voeding en dranken

Het overzicht laat ook zien dat de export van Britse voeding en dranken naar de landen van de Europese Unie afgelopen jaar met een waarde van € 14,3 miljard 11% lager is uitgekomen dan in 2020 en 18,5% lager dan in pre-corona jaar 2019. Binnen de EU doen zich toch flinke verschillen voor. Zo zakte de export naar Ierland met 21% in naar € 3,5 miljard terwijl de Fransen met een handelswaarde van € 2,7 miljard bijna 17% meer van de Britten afnamen en daarmee, na Ierland, stevig op de tweede plaats blijven staan. Nederland is, na de VS, nog altijd de vierde exportbestemming met € 1,9 miljard, slechts 0,6% minder was dan in 2020. De handel naar Duitsland zakte echter ook hier met 35% naar € 1 miljard, waarmee dat land op de Britse ranglijst nu bijna is ingehaald door China.

Handel naar niet EU-landen

De Britten slagen er wel in de handel naar niet-EU-landen verder op te voeren, vorig jaar weer met 8%. Zo nam de export naar China toe met 12,5% naar een waarde van € 950 miljoen en ging de handelsstroom naar Noord-Amerika met 6% omhoog naar € 3,1 miljard. Bij de verre landen doet Zuid- en Midden-Amerika het ’t beste met een groei van 62% naar € 630 miljoen.

Eerste maanden van 2021

De federatie tekent bij die cijfers aan dat zowel de import als de export vanuit de EU vooral in de eerste maanden van 2021 flink inzakten. Dat heeft alles te maken met het feit dat de transitieperiode na brexit op 31 december 2020 afliep en er nieuwe regels voor de handel tussen het VK en de EU gingen gelden. “In de eerste paar maanden van 2021 hebben veel bedrijven de handel tijdelijk op een laag pitje gezet om met het oog op brexit opgebouwde voorraden op te ruimen”, zegt de FDF dan ook. In het midden en vooral het eind van het jaar liet de export naar de EU alweer een belangrijke verbetering zien, terwijl de import al vanaf maart herstelde naar een niveau dat hoger was dan het gemiddelde over de voorafgaande vijf jaar.