Doorgaan naar artikel

Nederland te rigide met Europese biologische verordening

Nederland werkt de Europese biologische verordening te rigide uit.

Biologische uien in de supermarkt. Foto: Koos Groenewold premium

Biologische uien in de supermarkt. Foto: Koos Groenewold

Nederland werkt de Europese biologische verordening te rigide uit, met als gevolg onder meer dubbele controles en toename van het aantal verpakkingen, stelt Patricia Hoogstraaten.

Dat er regels zijn voor de verkoop van levensmiddelen en biologische producten is logisch. De consument verdient bescherming en goede producten. Maar zeker bij regelgeving geldt: Dubbelop is helemaal niet lekker. Neem nu de uitwerking van de nieuwe Europese biologische verordening. Nederland werkt deze verordening heel streng uit. Met als gevolg dubbele controles, ondernemers die biologische producten uit de verkoop halen en een toename van het aantal verpakkingen.

De uitwerking van de verordening staat daarmee dus ook haaks op Europese en Nederlandse doelstellingen, waarin juist ingezet werd op meer biologische producten en minder verpakkingen. Vandaar dat het Vakcentrum zich al langere tijd verzet tegen de rigide uitwerking van de Europese verordening zoals die nu in Nederland voorligt. Verzet waarbij sinds kort ook andere brancheorganisaties zijn aangesloten.

Gestapelde controle

Natuurlijk moet de term ‘biologisch’ beschermd worden. Consumenten en detaillisten moeten er zeker van zijn dat een biologisch product daadwerkelijk biologisch is. Daarvoor kennen we in Nederland het Skal-certificeringssysteem. Biologische landbouwbedrijven en bedrijven in de verwerking en handel worden gecontroleerd en gecertificeerd. Met de certificaten tonen deze bedrijven aan dat het productieproces en de producten voldoen aan de geldende criteria.

Onder de nieuwe verordening zou hier bovenop, gestapeld, ook nog controle op de winkelvloer plaats moeten vinden. Dit betekent dat nagenoeg alle speciaalzaak-, supermarkt- en marktondernemers met een geheel of gedeeltelijk onverpakt biologisch assortiment jaarlijks gecertificeerd moeten worden. Bijvoorbeeld bij de verkoop van biologisch brood dat op de winkelvloer wordt afgebakken, onverpakte groenten en vers gesneden kaas.

Enorme administratieve belasting

Volgens toezichthouder Skal biocontrole moeten winkeliers gedetailleerde overzichten van inkoop- en verkoopcijfers bij gaan houden, pakbonnen registreren en alle producten omrekenen van grammen naar kilo’s. Zo maar enkele voorbeelden waarmee onze leden worden geconfronteerd.

Kortom, de nieuwe certificering leidt voor winkeliers tot aanzienlijke financiële en administratieve lasten. De aansluitingskosten zijn hoog, het eerste jaar minimaal € 647 per locatie en vervolgens jaarlijks minimaal € 502 per locatie. Maar bovenop deze rekening van Skal, valt de rekening voor ondernemers door alle uren administratieve handelingen nog duizenden euro’s hoger uit.

Het gevolg van een en ander is dus dat winkeliers die een klein deelassortiment onverpakt biologisch hebben steeds minder onverpakte biologische producten aanbieden. Dat leidt dus tot of een verschraling van het onverpakte biologische aanbod of een toename van het aantal verpakkingen. Beide gevolgen zijn onwenselijk.

Het kan anders, het moet anders

Ik ben ervan overtuigd dat het anders kan en anders moet. De invulling van de Europese biologische verordening laat meer ruimte en hoeft niet zo rigide ingevuld te worden door de Nederlandse toezichtorganisatie Skal. Een uitzondering voor ‘kleine winkels’ is in de Nederlandse uitwerking zo smal geïnterpreteerd, dat deze voor slechts een heel beperkte groep winkeliers een oplossing biedt. Maar dat vraagt ook dat de opdrachtgever van Skal, de Rijksoverheid, die ruimte ook biedt.

Vandaar dat wij al twee jaar geleden bij de toenmalig minister van LNV hebben aangedrongen op aanpassing van de Nederlandse uitwerking van de Europese regelgeving. En ook de huidige minister hebben wij inmiddels herhaaldelijk en indringend gewezen op de noodzaak van aanpassing van deze regelgeving. Wij zien ons daarbij gesteund door het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR). Dit college voorziet het Parlement van advies over de regeldrukeffecten bij de introductie van wet- en regelgeving. Dat controle extra regeldruk oplevert valt vaak buiten dit advies.

Resultaten ATR-onderzoek

Voor de ATR was het signaal dat wij gaven dermate ernstig dat zij zelf een onderzoek is gestart. De kern van het ATR-onderzoek is dat nadrukkelijk wordt vastgesteld welke certificeringsvoorwaarden rechtsreeks voortkomen uit de Europese regelgeving en welke vereisten aanvullend door de Nederlandse toezichthouder zijn bepaald. De Nederlandse uitwerking mag niet leiden tot overbodige administratieve en financiële lasten voor ondernemers. De resultaten van het ATR-onderzoek worden op dit moment afgewacht.

Uitstel van inspecties op de winkelvloer

De afgelopen week sprak de vaste Kamercommissie Economische Zaken en Klimaat ook over regeldruk. Dit dossier hebben wij natuurlijk ook daar onder de aandacht gebracht. Nu ondertussen ook blijkt dat verschillende andere lidstaten een eenvoudigere uitwerking kiezen, met steekproeven en minder intensieve inspecties, blijven wij hameren op een handteerbare uitwerking van de Europese biologische verordening en uitstel van inspecties op de winkelvloer. Het Vakcentrum is in afwachting van het antwoord van de minister. Regelgeving en controle ja, maar geen goldplating en zeker niet dubbelop.

Snel delen

Image
Patricia Hoogstraaten

Directeur van het Vakcentrum, brancheorganisatie voor zelfstandige retailondernemers

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin