Er wordt steeds gezonder gegeten in Nederland. Meer groente, fruit en peulvruchten en minder rood en bewerkt vlees.
Dat blijkt uit de Voedselconsumptiepeiling (VCP) van het RIVM. De nieuwe peiling (2019-2021) laat zien dat sinds de laatste (2012-2016) er steeds meer consumenten voldoen aan de richtlijn voor groente. In de voorgaande peiling voldeed 16% en dat is nu gestegen naar 29%. Ook de consumptie van fruit behoudt een stijgende lijn (+25% sinds 2007).
De consumptie van peulvruchten is met bijna 65% gestegen, hoewel dit nog wel een klein onderdeel blijft van het consumptiepatroon. Gemiddeld eten Nederlanders twee keer in de maand peulvruchten. Dat moet verder omhoog om te gaan voldoen aan het streven om 60% van de eiwitten uit plantaardige producten te halen. Dat is nu 43%, een stijging van ongeveer 2% sinds 2012-2016.
Lees ook: Consument nog niet weg van peulvruchten
De vleesconsumptie van Nederlanders neemt al een aantal jaar af. Sinds 2007 is de vleesconsumptie met 18% gedaald. Consumenten eten vooral kip en kalkoen, vleeswaren en bewerkt vlees voor maaltijden. De consumptie van vleesvervangers neemt toe: in de eerste meting (2007-2010) aten Nederlanders 1,2 gram vleesvervangers. Dat is nu toegenomen tot 5,4 gram.
Nederlanders eten nog steeds gemiddeld vijf tot zes dagen in de week vlees of vleesvervangers. Vrouwen eten over het algemeen minder vlees en vleesvervangers dan mannen.
Nederlanders consumeren 85% van hun voeding buitenshuis. Met name snacks zoals koekjes, gebak, fruit en noten. Gemiddeld hebben volwassen 10 eetmomenten op een dag, bij kinderen ligt dat iets lager op ongeveer 7 momenten.
De Voedselconsumptiepeiling wordt afgenomen onder 3.500 kinderen en volwassen in Nederland. Met de peiling wil het RIVM inzichtelijk maken in hoeverre Nederlanders voldoen aan de Richtlijn gezonde voeding.