Doorgaan naar artikel

Nederlands eten in de schijnwerpers

Kennis verspreiden over wat we eten is de rode draad in de Dutch Food Week. Die start op 9 oktober.

Geüpdatet op:
Handel
Achtergrond
De korte keten tussen boer en consument won al aan kracht, maar deze trend kreeg een stevige steun in de rug in coronatijd. - Foto: ANP premium

De korte keten tussen boer en consument won al aan kracht, maar deze trend kreeg een stevige steun in de rug in coronatijd. - Foto: ANP

Kennis verspreiden over wat we eten is de rode draad in de Dutch Food Week (DFW). Die start op 9 oktober. DFW gaat echter om veel meer dan de inhoud van een gerecht. Van verkoop via een korte keten tot het proeven van gerechten. Dat levert ook voor kenners verrassingen op.

Van korteketenverkoop tot verrassende recepten of bereidingen. Nieuwe producten en recepten. Wat te doen met het eten dat overblijft of verspild wordt? Het komt allemaal aan bod in de Dutch Food Week. Dit jaar met het centrale thema ‘Aan Tafel!’. De rode draad is de consument betrekken bij het eten dat hij of zij op tafel zet. Dat kan op heel veel manieren, blijkt uit de lange lijst met activiteiten en evenementen over eten en drinken vanaf 9 oktober.

Nederlandse producten uitgelicht tijdens Dutch Food Week

De nadruk ligt op voeding van Nederlandse bodem en producenten. Dat is de trend waar de hele voedingsketen op inspeelt. Korte ketens doen het goed bij consumenten die gaan voor smaak, gezond en duurzaam geproduceerd eten. Deze ketens kregen vorig jaar de wind in de rug door corona.

Ook supermarkten omarmen Nederlandse producten. Boerentrots van Plus. Nederlandse vlaggetjes in Lidl-winkels en de Beter voor …-ketens van Albert Heijn zijn slechts enkele voorbeelden. In supermarkten groeit de aandacht, en daarmee de schapruimte, voor producten uit de directe omgeving van afzonderlijke vestigingen.

Restaurants zijn al langer promotors van streekproducten, zeker in de hogere prijsklasse. Dat geldt in alle prijsklassen ook voor speciaalzaken.

Ricotta van Terschelling; restproducten benutten

Een voorbeeld van een initiatief dat inspeelt op regionaal en duurzaam is het project Waddenzuivel. Kaaswei is al lang niet meer een restproduct van kaas dat je in het beste geval aan de varkens voert. Wei is voor zuivelbedrijven een belangrijke grondstof voor lucratieve producten, zoals grondstoffen voor medicijnen. Op lokale schaal ligt dat soms anders. Dan is grootschalige verwerking niet mogelijk, zoals op de Waddeneilanden Terschelling en Schiermonnikoog. De oplossing ligt onder meer in de productie van ricotta. Een mooi voorbeeld van een restproduct dat transformeert in hoogwaardige voeding.

Minder voeding verspillen

Extra aandacht is er in de Dutch Food Week voor het verminderen van verspilling. Dat is een belangrijke factor voor het verder verduurzamen van de voedselketen. Minder verspillen verminderd het beslag dat voeding legt op grondstoffen en energie. Tal van verbeteringen zijn mogelijk in de keten van boer tot bord; op tafel thuis of in de horeca. In de laatstgenoemde sector verdwijnt jaarlijks voor bijna € 600 miljoen in de afvalbank, becijferde Rabobank. Een groot deel daarvan onnodig. Daarom is Rabobank in 2019 begonnen met de Food Waste Challenge, samen met Wastewatchers, de stichting Samen tegen Voedselverspilling en de Horecava.

Tegemoetkomen aan consumentenwensen en reststromen verwaarden

Tal van elementen die aan de orde komen in de Dutch Food Week, kwam deze week ook voorbij op de Agrifood-top. Meer gericht op bedrijven, maar ook met aandacht voor minder verspillen en op het verwaarden van de enorme hoeveelheden reststoffen die vrijkomen bij de productie van voedsel in Nederland. Daarbij gaat het ook om het vinden van een goed verdienmodel. Dat maakt het meeste kans als waardevolle grondstoffen in de reststromen zitten.

Wat is het verdienmodel? Dat is een van de eerste vragen bij boeren als meer eisen worden gesteld aan producten. De vraag zou ook kunnen zijn: wat kan een concept opleveren? Weg dus met het vijanddenken tussen boer en tuinders en supermarkten, stelt Dirk Duijzer, voorzitter van de Dutch Food Week en boegbeeld van de Topsector Agri & Food. Het gaat erom dat eigenlijk meer waarde zit in een keten als het eten voldoet aan extra wensen op het gebied van duurzaamheid en gezondheid. Dat producten moeten voldoen aan wettelijke eisen is vanzelfsprekend, maar de kansen liggen juist in bovenwettelijke wensen vanuit de consument.

Die zijn niet altijd makkelijk tot waarde te brengen, maakte Sjaak van der Tak, voorzitter van LTO Nederland, duidelijk. Hij benoemde onder meer als positief dat supermarkten het Nederlandse product meer gaan waarderen. “Ze komen naar ons toe, daar moeten we op inspelen.”

Laten zien wat je doet

Duidelijk werd in ieder geval dat sectoren, van boer tot tuinder, industrie en supermarkten, moeten laten zien wat ze doen. Transparantie dus. Dat gebeurt volop, volgens Cees-Jan Adema, voorzitter van Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI). Adema wees op de Nutri-Score als manier om producten te kwalificeren. “De Nutri-Score kan helpen bij het bieden van transparantie, maar de opdracht gaat veel verder.” Andere concrete aanpassingen waar de industrie aan werkt, zijn het nog verder verminderen van vet en zout in levensmiddelen en het toevoegen van meer groentes en andere gezonde ingrediënten.

Mede-auteurs: Jan Engwerda en Jan Willem Veldman

 

Snel delen

Wim Esselink
Wim Esselink

Voormalig redacteur

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin