Nederlandse innovatiepower gezocht in Canada

Consul-generaal Henk Snoeken probeert vanuit Vancouver (Canada) de lijnen vanuit het Nederlandse bedrijfsleven te koppelen aan de Canadese en omgekeerd. Snoeken, even in Nederland vanwege de jaarlijkse bedrijvendag van het ministerie van Buitenlandse Zaken, heeft ondanks een jetlag – 9 uur tijdsverschil – niet aan enthousiasme ingeboet.

Oliemannetje tussen bedrijven

Hij heeft als consul-generaal meer te doen dan als oliemannetje te fungeren tussen Nederlandse en Canadese bedrijven. Nederlanders die op de een of andere manier in de problemen komen, een nieuw paspoort nodig hebben of een Nederlands AOW mogen aanvragen, kunnen ook bij de consul terecht.

Voor bedrijven en kennisinstellingen is hij een soort gouden gids. Hij kan zorgen voor het contact tussen Nederlandse leveranciers en Canadese distributeurs. Zijn afdeling (vier mensen) onderzoekt welke commerciële mogelijkheden er liggen, hij kan uitleg geven over de formaliteiten waar bedrijven aan moeten voldoen. Maar op de bedrijvendag is hij er toch vooral om contacten te leggen, bedrijven de weg te wijzen en ideeën op te doen.

Canada en Nederland lijken zakelijk op elkaar

Hij schetst dat het zakelijk klimaat in Canada lijkt op het Nederlandse klimaat. De juridisering is er nog niet toegeslagen. “In Canada is het toch meer: een man een man, een woord een woord. En dat vinden ondernemers prettig”, vertelt Snoeken.

Wie naar Canada gaat, moet niet denken dat er geen regeldruk is. Maar de administratieve beslommeringen om een bedrijf te beginnen zijn volgens Snoeken in Canada minder dan in Nederland. “Commercieel is er geen verschil. Je moet in Canada net zo goed met een degelijk bedrijfsplan bij de bank komen, als in Nederland”, legt Snoeken uit. “Maar als het gaat om de formaliteiten, dan is Canada echt een land dat is gericht op ondernemen en ondernemers.”

Je moet in Canada net zo goed met een degelijk bedrijfsplan bij de bank komen, als in Nederland

Klimaatdoelstellingen

Maar ook in Canada zijn er klimaatdoelstellingen en milieu- en natuurregels waar de ondernemer zich aan moet houden. Daar liggen overigens ook kansen, want de energiezuinige technieken die in Nederland zijn ontwikkeld, kunnen ook in Canada worden toegepast. Snoeken denkt aan de toepassing van warmtepompen in tuinbouwkassen, of het afvangen van CO2 ten behoeve van de tuinbouw. Ook manieren om mest om te zetten in energie kunnen rekenen op Canadese belangstelling, zegt Snoeken.

Omgekeerd kunnen Nederlandse bedrijven ook kennis en ervaring uit Canada halen, zegt Snoeken. De consul-generaal ziet in de provincie British Columbia innovatieve bedrijven ontstaan, die zich bijvoorbeeld bekwamen in het zuinig en specifiek gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Met die vorm van precision farming komen er minder resten van bestrijdingsmiddelen in het milieu. “Het is goedkoper en slimmer”, aldus Snoeken.

Vancouver en omgeving

Snoeken kent het land- en tuinbouwbedrijfsleven in Vancouver en omgeving. En wat misschien belangrijker is: de food- en agribusiness daar kent hem ook. Hij haalt Peter Dhillon aan, bestuursvoorzitter van het bedrijf Richberry, dat actief is in British Columbia en de oostelijke Franstalige provincie Quebec. Richberry is het grootste cranberrybedrijf van Canada. “En Dhillon weet en vertelt dat hij in Nederland kennis haalt om zijn productie te verbeteren”, zegt Snoeken.

Nederlandse kassenbouwers weten de Canadese tuinders te vinden op de jaarlijkse tuinbouwbeurs in de provincie Ontario. Daar hoeft Snoeken zich niet voor in te zetten. Het zijn vooral kleinere bedrijven die baat kunnen hebben bij de diensten van de consul-generaal, zegt hij.

Richberry, het grootste cranberrybedrijf uit Canada, haalt kennis uit Nederland om zijn productie te verbeteren

Positie Nederland op wereldmarkt

Dat Canadezen toenadering zoeken tot Nederland, heeft ook te maken met de positie van Nederland op de wereldlandbouwmarkt. Als er zoveel vanuit zo’n klein landje wordt geëxporteerd, moet er toch iets goeds gebeuren, is de gedachte. “Wat de Nederlandse landbouw zo aantrekkelijk maakt, is dat we heel erg innovatief zijn en dat wij in staat zijn om waarde toe te voegen aan de producten die we verbouwen”, aldus Snoeken. “Canadese boeren zijn toch vooral nog gericht op de oogst en het bewaren daarvan, terwijl in Nederland meer wordt nagedacht over toegevoegde waarde. Die kennis kunnen we verkopen.” Snoeken ziet bijvoorbeeld kansen voor de verwerking van eiwitgewassen tot hoogwaardiger producten. “Innovatiekracht is echt onze power. Daar zoeken we naar.”

Samenwerking

Snoeken roemt de samenwerking tussen Wageningen Universiteit en Research (WUR) met Canadese kennisinstituten. Die samenwerking leidt ook tot gezamenlijke projecten, met het doel om aan beide kanten de land- en tuinbouw op een hoger plan te brengen.

Snoeken lacht. “Weet je”, zegt hij. “Als je in Canada met een ondernemer koffie zit te drinken, kan het zomaar zijn dat je aan het eind van het besprek het voorstel krijgt om samen een bedrijf op te zetten. Zo is het klimaat daar.” Snoeken kiest echter niet voor het ondernemerschap. “Ik heb een veel te leuke baan.”