Doorgaan naar artikel

Nieuwe kansen voor biomassa in Nederland

Inzetten op de teelt van suikerbieten biedt kansen voor de productie van biomassa, aldus Dorette Corbey. - Foto: Henk Riswick

Inzetten op de teelt van suikerbieten biedt kansen voor de productie van biomassa, aldus Dorette Corbey. - Foto: Henk Riswick

Nederland kan 10 miljoen ton meer biomassa produceren dan nu. Vooral in de landbouw zijn verschillende mogelijkheden. Wel zijn duidelijke keuzes nodig, vindt Dorette Corbey.

De agrarische sector staat volop in de belangstelling. Veel wensen op het gebied van duurzame productie en consumptie komen terecht op het bord van de landbouw. Voor veehouders, akkerbouwers en tuinders geen gemakkelijke opgave. Ook de deelnemers aan het klimaatakkoord legden vorig jaar een vraag neer bij de sector: kan de hoeveelheid Nederlandse biomassa verdubbelen? Een stuurgroep heeft zich gebogen over deze vraag en kwam met een antwoord: verdubbeling is niet mogelijk zonder dat dit ten koste gaat van duurzaamheid en de voedselvoorziening. Wel is in 2030 bijna 10 miljoen ton extra mogelijk, bovenop de 30 miljoen ton die nu jaarlijks wordt geproduceerd door de land- en bosbouw of ingezameld als reststroom.

Toename vooral uit landbouw

De toename moet vooral komen uit de landbouw, voor een kleiner deel uit aan te planten bossen en beter beheer. De stuurgroep reikt in de routekaart Nationale Biogrondstoffen een aantal ideeën aan. Beter gebruik van gras door grasraffinage speelt land vrij, dat in een aantal gevallen geschikt is voor teelt van suikerbieten. Gewasresten kunnen soms beter benut worden. Strokenteelt heeft voordelen en vaak ook betere opbrengsten. Uit mest kan biogas geproduceerd worden, waarbij het restant geschikt is als bodemverbeteraar.

Het bietenareaal kan geleidelijk uitbreiden, in lijn met een stijgende vraag vanuit de chemiesector

Welke keuzes?

De stuurgroep realiseert zich dat dit niet vanzelf gaat. Gewasresten optimaal van het land halen kan financieel niet altijd uit, of er zijn andere praktische bezwaren. Grasraffinage botst weer met de wens om koeien buiten te laten grazen. Als we klimaat vooropstellen en meer Nederlandse biogrondstoffen voor de chemie en de brandstofsector willen produceren, dan is het logisch om in te zetten op bietenteelt. Suikerbieten leggen relatief veel CO2 vast. Wanneer de bieten grondstof zijn voor lang houdbare kunststoffen halen we netto CO2 uit lucht. Het bietenareaal kan geleidelijk uitbreiden, in lijn met een stijgende vraag vanuit de chemiesector. Dat vereist wel een afstemming tussen de agro- en de chemiesector.

Importafhankelijkheid voor veevoer en plantaardige eiwitten verminderen

Maar klimaat is niet de enige maatstaf. Nederland zou er ook voor kunnen kiezen om de importafhankelijkheid voor veevoer en plantaardige eiwitten te verminderen. De coronapandemie heeft de aandacht gevestigd op onze afhankelijkheid van importen. Minder internationaal transport is dan ook weer goed voor het milieu. Kunnen we onze veestapel voor een groter deel voeden met Nederlandse veevoer? En kunnen we niet meer plantaardige eiwitten produceren voor dagelijkse voedsel? Dat kan: zetmeelaardappelen bevatten veel eiwitten. Betere benutting van geïmporteerd veevoer is ook mogelijk, zodat er minder nodig is en vezels ook hun toepassing vinden als plaatmateriaal.

Verdienmodellen kunnen verbeteren, als er een stabiele markt ontstaat voor biogrondstoffen in de chemie en materialensector

Biogaswinning uit mest

Leggen we het accent meer op natuurontwikkeling en biodiversiteit, dan is weer een andere aanpak nodig. Meer bloemrijke akkerranden, meer kruidenrijk gras en minder Engels raaigras. Dat is goed voor stikstofbinding, goed voor bijen en andere insecten. Maar iets minder goed voor de opbrengsten. Gaan we uit van de huidige veestapel, dan is biogaswinning uit mest een belangrijke optie. Dat vraagt nog wel investeringen in de logistiek, want dagverse mest levert het meeste op. De stuurgroep doet een aantal suggesties voor de financiering hiervan.

Geen mal

Er kan dus veel: zo’n 10 miljoen ton extra. Dat is goed voor het klimaat, vaak ook voor de natuur en zeker ook voor de landbouw. Verdienmodellen kunnen verbeteren, als er een stabiele markt ontstaat voor biogrondstoffen in de chemie en materialensector. Maar dan moet er een duidelijk perspectief zijn voor de landbouwers die het in de praktijk moeten gaan doen.

Daarvoor is overheid nodig die keuzes maakt en die enige zekerheid biedt. Maar het beleid moet geen mal zijn waar de hele landbouwsector ingeperst wordt. Van belang is een oriëntatie op de toekomst die verschillende perspectieven op de landbouw omvat. Verkenning van samenwerking met andere sectoren zoals de chemie en bouwmaterialensector biedt kansen. Het verkiezingsjaar 2021 biedt alle gelegenheid voor een nieuwe oriëntatie.

Dorette Corbey, voorzitter van de stuurgroep Nationale Biogrondstoffen

Beheer
WP Admin