Nieuwe Wet dieren leidt tot politieke discussie

De wet werd onlangs door beide Kamers aangenomen inclusief een wijzigingsvoorstel van de Partij voor de Dieren. In de wet staat dat het verboden is om zonder redelijk doel bij een dier pijn of letsel te veroorzaken of de gezondheid of het welzijn van een dier te benadelen.

Natuurlijk gedrag

PvdD voegde daar aan toe dat het kunnen houden van dieren in een bepaald houderijsysteem in elk geval niet als redelijk doel mag worden gezien, met als doel dat dieren hun natuurlijke gedrag moeten kunnen vertonen: eenden moeten kunnen zwemmen, varkens kunnen wroeten en koeien kunnen grazen.

Lees ook: Eerste Kamer akkoord met verbod ingrepen bij dieren

De PvdD uitte bij het vragenuur grote zorgen over de uitvoering van de wet, nadat de minister aangaf eerst de juridische analyse te maken over wat de consequenties zijn. LTO noemde de wetswijziging onuitvoerbaar.

Schouten: uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid onderzoeken

Demissionair landbouwminister Carola Schouten vindt het een gegeven dat de wijziging van de PvdD onderdeel is van de wet. Maar omdat het amendement erg open is geformuleerd, moet de bepaling wel verder worden ingevuld. “Dat ben ik aan het doen”, aldus Schouten. Ze analyseert onder andere ook hoe de wet zich nu verhoudt tot Europese en internationale vereisten en wat het betekent voor de uitvoering en handhaafbaarheid van de wet.

Gezelschapsdieren

Tegenstanders van het amendement, waaronder VVD, SGP en BBB wijzen er op dat het amendement ook geldt voor gezelschapsdieren. Caroline van der Plas (BBB) vraagt zich af of mensen nu niet meer één hond mogen houden, omdat honden normaal in een roedel leven, en of koeien sowieso nog gemolken mogen worden.

Voorstanders van het wijzigingsvoorstel vinden dat de wet nu nadrukkelijker vastlegt wat er twintig jaar geleden al is vastgelegd; dat stalsystemen moeten worden aangepast aan het gedrag van het dier en niet andersom. Wat er precies wordt verstaan onder natuurlijk gedag zal in een politiek debat worden besloten.