Nog geen overeenstemming over cao bakkerijsector

De bakkerijsector zit nog steeds zonder nieuwe cao. De oude liep af op 1 juni 2021. De werkgevers deden eind maart een verbeterd eindbod, maar daar zijn de vakbonden FNV en CNV bepaald niet enthousiast over. Het eindbod wordt door FNV Voedingsindustrie met een negatief advies voorgelegd aan de leden. FNV peilt ook de actiebereidheid onder de leden. CNV Vakmensen is ook niet enthousiast over het eindbod, en beraadt zich nog op de vervolgstappen.

Pensioenpremie

De werkgevers deden in december 2021 ook al een eindbod, dat door een grote meerderheid van de leden van FNV en CNV werd afgewezen. In dat eindbod was sprake van een looptijd van de cao van 28 maanden. De werkgevers in de industriële bakkerijen boden in december een loonsverhoging van 3,2% per 1 maart 2022 en nog eens 3,2% op 1 januari 2023. In die beide loonsverhogingen zit ook een compensatie voor de verhoging van de pensioenpremie. Die komt neer op 0,9%, zegt bestuurder Ron Vos van FNV Voedingsindustrie. “Dat gaat van de loonsverhoging af, omdat dat geld naar het pensioenfonds gaat. Deze compensatie wordt betaald omdat werknemers ook het werkgeversdeel van de stijging van de pensioenpremie gaan betalen. Normaal zouden de werkgevers die verhoging zelf betalen.”

De werkgevers in de ambachtelijke bakkerijsector boden in december een loonsverhoging van 3,45% op 1 maart 2022 en nog eens 2,75% op 1 januari 2023. Daarnaast zou het uurloon met 8 cent stijgen. Vos: “Dat komt volgens de werkgevers neer op gemiddeld 0,8% extra verhoging van de uurlonen.”

In het nieuwe eindbod van eind maart verkorten de werkgevers de looptijd van de cao van 28 naar 24 maanden. Volgens Vos biedt de industrie het eerste jaar 3,2% loon erbij (zelfde als in december) en het tweede jaar 3,4% (plus 0,2%). De ambachtelijke bakkers bieden 3,45% in het eerste jaar (zelfde als in december) en 3,55% erbij in het tweede jaar (plus 0,8%). Vos: “Dus in plaats van een verhoging van alle uurloon met 8 cent nu een verhoging van 0,8% van alle uurlonen. Hier geldt ook dat 0,9% van de verhogingen in de vorm van pensioenpremie naar het pensioenfonds gaat. Alle werkgevers in de bakkerijsector bieden een éénmalige uitkering van € 300 per 1 juli 2022 bij een fulltime dienstverband. Dat stond ook al in het eindbod van december.”

Drie pijnpunten

Vos ziet drie pijnpunten in het eindbod. “De ingangsdatum van de nieuwe cao is 1 juni 2021. De geboden loonsverhogingen gaan pas veel later in. Omgerekend in euro’s lopen de werknemers daardoor gedurende de looptijd al 50% van de loonsverhogingen mis.” Daarnaast blijft volgens Vos de loonontwikkeling in de bakkerijsector achter bij de inflatie. “Van begin 2013 tot en met eind 2021 bedroeg de inflatie 15%. Met de inflatie van dit jaar meegerekend komen we uit op een inflatie van bijna 22% over een periode van 10 jaar. Uitgaande van een inflatie van 6% dit jaar zie je dat de loonontwikkeling en de inflatie elkaar in bijvoorbeeld de zuivelsector en de zoetwarenindustrie nagenoeg in evenwicht houden. Daar is dus over die periode gerekend sprake van 0% stijging van de koopkracht. In de bakkerijsector is in die periode de koopkracht echter met meer dan 6% gedaald. Dat zou je als werkgevers toch te denken moeten geven. Het eindbod van de werkgevers betekent een verdere verslechtering van de koopkracht van werknemers in de bakkerijsector.”

Het derde pijnpunt betreft het ontbreken van een regeling voor vervroegde uittreding. Vos: “Wij zijn van opvatting dat het werken in de bakkerijbranche zwaar is. Daarnaast beginnen mensen vaak al op jonge leeftijd te werken. Werkgevers zijn niet bereid om afspraken te maken over vervroegde uittreding. Dat vinden we erg teleurstellend.”

Actiebereidheid bakkerijsector

Of de onenigheid over de cao voor het bakkersbedrijf tot acties zal leiden, is nog de vraag. FNV peilt de actiebereidheid onder de leden. Maar Vos verwacht dat die beperkt is in de bakkerijsector. “Dat heeft het verleden geleerd. Maar de leden moeten wel bedenken dat als je er met praten niet uitkomt, dat we dan onze cao-eisen met acties moeten ondersteunen. Daarom peilen we de actiebereidheid. En we leggen uit waarom we dit eindbod een negatief advies geven. Leden kunnen tot 13 april hun stem uitbrengen. Als de actiebereidheid onvoldoende is, gaan we het eindbod accepteren.”