Nomad Foods: CO2-afdruk diepvriesvoeding zelfde als bij onbevroren alternatief

Inzicht in voedselverspilling is van vitaal belang om de totale CO₂-emissies van een voedingsmiddel te kunnen beoordelen. De voedingsindustrie en wetgevers in heel Europa moeten kijken naar een samenhangende benadering van de Life Cycle Assessment-studies. Deze studies kijken naar de totale productieketen van een voedingsmiddel, inclusief voedselverspilling en afval om de transparantie voor consumenten te verbeteren. Het geeft een aanzet tot actie om CO₂-emissies te reduceren. Die boodschap komt niet van een voedingsinstituut, maar van het Britse Nomad Foods. Dat is het grootste diepvries-foodbedrijf in Europa met merken als Iglo, Bird’s Eye en Findus.

Nomad Foods

Nomad Foods is een nog maar acht jaar bestaande onderneming die is opgericht door enkele investeerders met ervaring in de foodsector. Zij zagen goede kansen in de versnipperde markt voor diepvriesvis, -pizza’s, -maaltijden en andere voedingsproducten. Het bedrijf kocht eerst het vroeger tot Unilever behorende Iglo Foods van investeerder Permira. Vervolgens nam het de Europese activiteiten van Findus over. In 2018 kocht het concern Goodfellow’s Pizza’s van 2 Sisters Food Group en recent werd de Oost-Europese specialist Fortenova opgekocht. Nomad Foods draaide met die groep bedrijven vorig jaar een omzet van € 2,6 miljard.

Het Britse bedrijf probeert met verschillende initiatieven voorop te lopen in duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Nomad Foods kijkt daarbij naar de gehele levenscyclus van een product, de Life Cycle Assessment (LCA). Het foodbedrijf stelt dat de huidige LCA-studies naar CO₂-etikettering vaak een te beperkt beeld geven.

Deskundigen

Nomad Foods schakelde daarom internationale deskundigen op het gebied van ‘impact assessment’ in. De deskundigen hebben van de 22 meest populaire producten van Nomad Foods een LCA-studie uitgevoerd, waarbij de hele productieketen in kaart is gebracht. Volgens Nomad Foods ging hun studie verder dan de bestaande LCA’s. “Alle fasen van de levenscyclus van het product zijn meegenomen, inclusief nieuwe data over voedselverspilling bij de winkelier en bij de consument. En alle data voor alle processtappen teneinde de accuraatheid van de beoordeling te verbeteren.”

De resultaten zijn voorgelegd aan andere experts in een zogenoemde ‘peer review.’ In de uitgevoerde LCA werd gekeken naar tien fasen, te beginnen met de productie en het transport van alle gebruikte grondstoffen en ingrediënten tot het afval en de verwerking of recycling daarvan. Daarbij is ook gekeken in de hele retailketen en bij de consument. Er is gekeken naar het volledige productieproces inclusief reiniging en pre-vriezen, de verpakking en het transport daarvan naar de fabriek, de verdere distributie, de opslag in het diepvriesmagazijn of op het winkelschap met inbegrip van de daarvoor benodigde elektriciteit en de bereiding thuis met het gebruik van gas, magnetron, airfryer of ander apparaat.

Belangrijke rol

Uit het onderzoek komt naar voren dat voedselverspilling en voedselafval in het winkelkanaal en bij de consument een belangrijke rol speelt in die levenscyclus. Dat heeft grote gevolgen voor de totale milieu-impact van een product. Volgens de onderzoekers is de berg voedselafval goed voor een CO₂-uitstoot van naar schatting 160 miljoen ton in de Europese Unie en nog eens 17,25 miljoen ton in het Verenigd Koninkrijk.

Nomad Foods stelt dat het bedrijf dankzij de studie nu voor het eerst duidelijke conclusies kan trekken over de CO₂-voetafdruk van diepvriesvoedingsproducten. Nu kunnen realistische vergelijkingen worden gemaakt met niet-bevroren alternatieven met inachtneming van alle relevante factoren. Belangrijkste conclusie voor Nomad Foods is dat bij de meeste van de 22 onderzochte producten de CO₂-voetafdruk kleiner of gelijk is aan die van vergelijkbare producten die met andere bewaarmethoden zijn bereid.

Dit is een van de meest uitgediepte LCA-studies van diepvriesvoeding

De Belgische CEO Stéfan Descheemaeker, één van de oprichters van het bedrijf, zegt: “De consumentenvraag naar voedzame, hoogkwalitatieve en duurzame voeding neemt toe. Wij geloven dat het van het grootste belang is om consumenten te voorzien van informatie die hen helpt om goed geïnformeerde keuzes te maken en vertrouwen te bieden dat duurzaamheidsclaims robuust zijn en ook op bewijzen zijn gebaseerd. Om dat te ondersteunen, moedigen wij de foodindustrie, winkeliers en wetgevers aan om een grotere reikwijdte voor LCA’s als standaard aan te nemen waarbij de hele levenscyclus van een product in beschouwing wordt genomen. Op basis van het onderzoek dat onze teams met de deskundigen van onderzoeksbureau Pre Substainability hebben uitgevoerd, kunnen we zien dat diepvriesvoeding belangrijke voordelen biedt wat betreft langere bewaartijden en minder voedingsafval.”

Ellen Meijer, consultant bij Pré Substainability, voegt eraan toe: “Dit is een van de meest uitgediepte LCA-studies van diepvriesvoeding, die niet alleen een breed gamma aan diepvriesproducten en hun alternatieven bekijkt, maar die ook benadert op een consistente methodologische manier. De grote hoeveelheid verwerkte primaire productiedata samen met de aandacht voor details in alle fasen van de levenscyclus van het product maakt deze studie uniek. We verkeren nu in een positie om conclusies te trekken over de CO₂-voetafdruk van diepvriesvoedingsproducten in vergelijking tot hun niet bevroren alternatieven en die conclusies door te trekken naar de hele diepvriesvoedingcategorie.”