Onderzoek PwC: energiecrisis gevaar voor Europese industrie

De onderzoekers stellen dat Europa door de energiecrisis aan concurrentiekracht inboet en minder aantrekkelijk wordt als vestigingsplaats voor industriële bedrijven. Met name Duitsland, de grootste economie van Europa, is hard geraakt vanwege zijn grote afhankelijkheid van Russisch gas. Daardoor staat de auto-, chemie- en metaalindustrie in Duitsland zeer sterk onder druk omdat die sectoren veel energie gebruiken in hun productieprocessen.

Energiekosten voedingsindustrie hoog, vooral in Nederland

De kosten van voedingsindustrie zijn volgens PwC met gemiddeld 38% gestegen, gedreven door hoge gasprijzen. In vergelijking met andere Europese landen is de stijging in Nederland verre weg het hoogst. In bijvoorbeeld Polen en Spanje stegen de prijzen met 15 tot 20%. De winstmarge blijft volgens PwC nog positief met 6%. Het verschil met de daling in winstmarge is vergelijkbaar met de rest van de EU. Voor de voedingsindustrie lijkt het nog niet winstgevend genoeg te zijn om te verplaatsen naar het buitenland.

Effect op kunstmestprijzen

Een andere sector waar de hoge energieprijzen zwaar drukken, is de agrarische sector. Daar zijn de variabele kosten met 81% gestegen, ook gedreven door de gasprijzen. Dit heeft ook effect op de prijzen van kunstmest. De Europese verschillen zijn hier enorm: in Frankrijk stegen de kosten met slechts 18%.

Productie verplaatsen

“Veel bedrijven kunnen in de toekomst besluiten hun productie binnen Europa te herstructureren”, aldus PwC-onderzoeker Andreas Späne in het rapport. Er kan bijvoorbeeld worden gekozen voor Europese landen waar de energiekosten minder sterk zijn gestegen, zoals Frankrijk, of zelfs een volledig vertrek uit Europa.

Mede-auteur: Alieke Hilhorst