Foto: ANP
In dit artikel
Volgens het Wereldnatuurfonds zijn Europese consumenten vergaand medeverantwoordelijk voor aantasting van natuurgebieden in Zuid-Amerika. Import van agrarische bulkproducten, met name soja, en van (rund)vlees is de belangrijkste connectie tussen consumptie ‘hier’ en aantasting van natuur ‘daar’.
Een natuurbeschermingsorganisatie als het WNF is het aan haar stand en status verplicht om alarm te slaan over de alarmerende achteruitgang van deze natuurgebieden. Terecht ook dat ze de aandacht erop vestigt dat niet alleen het Amazonewoud maar ook andere natuurgebieden bedreigd worden, zoals moerassen en savannes.
Gecertificeerde soja en minder afhankelijk van import
Even begrijpelijk is de reactie van veevoerbrancheorganisatie Nevedi. Die wijst erop dat juist Nederland altijd het voortouw heeft genomen bij het certificeren van soja waar geen oerwoud voor omgehakt wordt. Het aandeel van zulke gecertificeerde soja op het totaal is maar heel klein, maar het begin is er.
Daarnaast zijn er serieuze inspanningen om Europa minder afhankelijk te maken van import. Dat zal nooit helemaal lukken. In een wereld die steeds kleiner wordt, kan terugtrekking op het eigen continent ook niet altijd het antwoord zijn op problemen elders. Linksom of rechtsom moeten teelt van soja en houderij van vee in Brazilië in goede banen geleid worden.
Randvoorwaarden waar weinig invloed op uit is te oefenen
Daarvoor is in de eerste plaats effectief bestuur in het land zelf nodig. Daar hebben wij maar weinig invloed op. Ook hebben we hier weinig te zeggen over inkoopvoorwaarden die China, de grootste klant, hanteert.
Staan WNF en veevoerindustrie tegenover elkaar? Nee, dat lijkt maar zo. Hun belangen lopen in grote mate parallel – juist door die kritische Europese burgers en consumenten.