Glastuinbouw Nederland adviseert alle tuinders een berekening te maken van hun stikstofdepositie.
“Laat je legaliseren”, drukte Leonie Claessen van Glastuinbouw Nederland alle tuinders op het hart, donderdag 28 november op een stikstofseminar in Wateringen, belegd door adviesbureau AAB NL, Cees Advocaten en ingenieursbureau Deerns. “Maak een berekening van je bedrijfsactiviteiten in Aerius en laat er door het bevoegd gezag een handtekening onder zetten”, aldus Claessen.
Aerius is de stikstof-rekentool waarmee ondernemers kunnen bekijken of ze vanwege hun stikstofdepositie wel of niet vergunningplichtig zijn. Daar hoefde de tuinbouw tot voor dit jaar geen actie op te ondernemen. De stikstofuitstoot van het gemiddelde glastuinbouwbedrijf was zo laag dat dat zelfs niet hoefde te worden gemeld.
Lees verder onder de tweets
Tuinbouwgemeente Westland vraagt tot op heden nog steeds niet om een Aerius-berekening bij reconstructie van glastuinbouwbedrijven. En de Omgevingsdienst Haaglanden ging er tot nu toe ook altijd vanuit dat het voor de stikstofdepositie niets uitmaakte als een teler grote nieuwe kas bouwde: daar werden immers ook altijd oudere kassen voor gesloopt en daarmee verdwenen de oude ketels en wkk’s met een hoge NOx-uitstoot.
Met dergelijk nattevingerwerk kunnen tuinbouwondernemers in de nabije toekomst wel eens voor verrassingen komen te staan. De beperkingen die de Wet Natuurbescherming aan ondernemers oplegt, vanwege stikstofdeposities in kwetsbare Natura 2000-gebieden, liggen sinds mei dit jaar onder een vergrootglas. Elke millimol uitstoot in heden én verleden telt mee in de beoordeling van de stikstofruimte voor een nieuwe investering.
Hoe nauw dat luistert, illustreerden Alwin van Ruijven en Henk van Koppen van AAB NL en Michel Plug van Cees Advocaten. Stap voor stap presenteerden ze tijdens het seminar de regels waaraan een investerende ondernemer zich nu moet houden, voordat hij zijn plannen kan uitvoeren. Een tuinder die een nieuwe kas bouwt, veroorzaakt daarmee een toename aan stikstofdepositie. Dan moet hij met harde cijfers kunnen onderbouwen welke stikstofemissie uit het verleden door die nieuwe kas wordt vervangen.
Als de vergelijking tussen de oude en de nieuwe situatie binnen het eigen bedrijf blijft (interne saldering), dan gelden andere regels dan wanneer een ondernemer de stikstofruimte van andere, stoppende bedrijven wil gebruiken. Dit heet externe saldering.
In het eerste geval mag worden gerekend met de feitelijk gerealiseerde capaciteit op het eigen bedrijf, dus dat wat maximaal gebruikt mocht en kon worden. In het tweede geval geldt slechts de feitelijk benutte capaciteit, die doorgaans lager is.
Bij dat salderen mag je niet zomaar het voor de ondernemer gunstigste jaar of tijdstip als uitgangspunt nemen. Afhankelijk van het Natura 2000-gebied waar een ondernemer depositie op veroorzaakt, kan een andere referentiedatum gelden. Voor een aantal gebieden is 7 december 2004 relevant. Voor andere, met name als de depositie invloed kan hebben op beschermde vogels, moet de tuinder zijn nieuwe situatie mogelijk zelfs vergelijken met de situatie ten tijde van 1994.
Het is verre van eenvoudig om hard maken hoe het toen gesteld was met capaciteit en benutting van de installaties om zo tot een erkende toenmalige stikstofuitstootwaarde te komen. Bewaarplicht van meetrapporten of draaiurenregistraties lopen niet zover terug, bij tuinders noch instanties. Ook moet de activiteit sinds de referentiedatum onafgebroken aanwezig zijn geweest of zonder een (nieuwe) natuurvergunning weer kunnen worden hervat.
Het is zaak om de verleende Omgevingsvergunning voor bestaande bedrijfsvoering alsnog te laten aanvullen met een vergunning voor de Wet Natuurbescherming. Dit voorkomt een situatie dat er geen officiële bevestiging is van de bedrijfsactiviteiten en de stikstofgevolgen hiervan.
Daarover zijn AAB NL, Cees Advocaten en Glastuinbouw Nederland het eens.
Daarbij is het zaak om niet kort door de bocht uit te gaan van bijvoorbeeld de recentste gegevens, maar goed te kijken naar de meest representatieve situatie. Hierbij kan het zo zijn dat als de stikstofdepositie hoger is, de tuinder geen genoegen moet nemen met de standaard waardes die uit Aerius rollen. Een eigen wkk of ketel kan net wat anders werken en net wat meer stikstofruimte innemen. En dat klinkt misschien alsof dat ongunstig is, maar kan in de toekomst mogelijk juist van waarde zijn als ‘bestaand recht’.
Vraag uit de zaal: wat als na legalisatie van alle bedrijven die daarom vragen bij de overheid geen stikstofruimte meer over is? “Dan zitten we met een stikstofcrisis 2.0”, aldus de adviseurs.
Reden te meer om er als tuinders op tijd bij te zijn met het vragen van die aanvulling op de bestaande vergunning. Op deze manier kan de tuinder zoveel mogelijk vooraan in de rij staan.