De druk op het buitengebied is groot. Een zuiver agrarische functie van het buitengebied is niet meer vanzelfsprekend.
Naast landbouw zijn natuur, cultuur, recreatie, wonen en industrie in de loop der jaren steeds belangrijker geworden. Deze niet-agrarische functies nemen steeds meer ruimte in. En daar komt de huidige stikstofdiscussie nog bovenop. Dit houdt helaas voor veel boeren concreet in dat zij – in de toekomst – hun onderneming zullen moeten verplaatsen naar een plek waar nog wel de uitoefening van een agrarisch bedrijf mogelijk is. Bij een dergelijke verplaatsing van de onderneming komt nogal wat kijken. Ook het fiscale aspect speelt een uitermate belangrijke rol.
Als er sprake is van overheidsingrijpen dan is er fiscaal veel meer mogelijk dan zonder deze kwalificatie. Je kunt dan namelijk de zogenoemde verruimde herinvesteringsreserve toepassen (HIR). Met deze verruimde HIR kun je meer belastingheffing uitstellen.
Het is niet altijd duidelijk wanneer er sprake is van overheidsingrijpen
Bij de verkoop van de oude onderneming komen vaak grote stille reserves vrij waarover met de fiscus afgerekend moet worden. Directe belastingheffing over deze stille reserves kan uitgesteld worden als gebruik gemaakt wordt van de verruimde HIR. Hierdoor blijven meer liquide middelen beschikbaar voor nieuwe investeringen op de nieuwe locatie.
Het is niet altijd duidelijk wanneer er sprake is van overheidsingrijpen. Gelukkig is er inmiddels wel duidelijkheid over de Regeling provinciale aankoop veehouderijen nabij natuurgebieden. Deze regeling wordt uitgevoerd door de provincies. Dat de regeling aangemerkt wordt als overheidsingrijpen is opgenomen in het recent aangepaste verzamelbesluit herinvesteringsreserve.
Hopelijk worden ook de toekomstige provinciale regelingen waarbij bedrijven verplaatst moeten worden, aangemerkt als overheidsingrijpen. Dat maakt een herstart op een andere plek financieel een stuk eenvoudiger.