De grootste daling is er in het Zuidwestelijk akkerbouwgebied (-23%). - Foto: ANP
De pachtnormen gaan in akkerbouwgebieden gemiddeld genomen iets omlaag per 1 juli, in veehouderijgebieden iets omhoog.
Dat maakt het ministerie van LNV bekend. In 5 van de 14 pachtgebieden stijgen de normen, in 8 gebieden dalen ze. De helft van de veranderingen is minder dan 3% maar er zijn enkele uitschieters.
Grootste daling in Zuidwestelijk akkerbouwgebied
De grootste daling is er in het Zuidwestelijk akkerbouwgebied (-23%). Vorig jaar had die regio juist de grootste stijging (+27%). De grootste stijgingen zijn er in het Centraal veehouderijgebied (+17%) en het weidegebied Holland/Utrecht (+12%).
Jaarlijks is er per 1 juli een aanpassing van de pachtnormen volgens een systeem dat sinds 2007 bestaat. De normen zijn gebaseerd op de economische resultaten (‘grondbeloning’) van de afgelopen 5 jaar. Voor pachtcontracten van na 1 september 2007 gelden de jaarlijks aangepaste pachtnormen als maximum pachtprijs. Contracten van voor die datum mogen omhoog met maximaal het veranderingspercentage van de regio.
Bij de oude contracten geldt nog een andere begrenzing: de nieuwe pachtprijs mag niet meer dan 10% boven de nieuwe regionorm liggen. Ook mag de nieuwe pachtprijs niet meer dan 2% van de vrije verkeerswaarde zijn.
Lage bedrijfsresultaten in 2020
De lagere normen in akkerbouwgebieden zijn het gevolg van relatief lage bedrijfsresultaten in het jaar 2020. Dat jaar telt voor het eerst mee. Tegelijk telt het relatief goede akkerbouwjaar 2015 niet meer mee. In de veehouderij is het net andersom: daar was 2015 een minder jaar dan 2020, waardoor de nieuwe pachtnorm gebaseerd is op een hoger gemiddeld bedrijfsresultaat. In de melkveehouderij zijn de verschillen per regio minder groot dan in de akkerbouw.
De pachtnorm voor tuinland stijgt in de duurste regio het minst snel. In Westelijk Holland gaat het met 13% omhoog naar € 5.094 per hectare. In de rest van Nederland stijgt de norm met 19% naar € 3.598 per hectare.
Voor gepachte gebouwen geldt een maximale verhoging van 2,79%, in geval van contracten gesloten na 2007. Dit is in lijn met stijging van de bouwkostenindex over de periode 2017-2021.
Voor oude contracten van voor 2007 geldt een maximale verhoging van 2,3%. Dat percentage is in lijn met het huurprijsbeleid voor woonruimte, aldus minister Staghouwer in een brief aan de Tweede Kamer. Dit percentage is gelijk aan de inflatie over het jaar 2021, aldus Wageningen ER, dat de normen berekent.
Prijsinformatie over landbouwgrond vind je op FoodAgribusiness.nl/markt