Doorgaan naar artikel

Pandemie-preventie: testen, testen, in alle populaties

De infectiestatus van gehouden landbouwhuisdieren wordt voor tientallen infectieziekten nauwkeurig bewaakt. Daarbij is ‘testen, testen, testen’ al jarenlang het adagium volgens Ynte Schukken. Hij is directeur van Royal GD in Deventer en hoogleraar Management van Diergezondheid bij Landbouwhuisdieren, Wageningen UR en Universiteit Utrecht. - Foto: ANP premium

De infectiestatus van gehouden landbouwhuisdieren wordt voor tientallen infectieziekten nauwkeurig bewaakt. Daarbij is ‘testen, testen, testen’ al jarenlang het adagium volgens Ynte Schukken. Hij is directeur van Royal GD in Deventer en hoogleraar Management van Diergezondheid bij Landbouwhuisdieren, Wageningen UR en Universiteit Utrecht. - Foto: ANP

Is corona reden om veehouderij af te bouwen? Nee, betoogt Ynte Schukken. Het overspringen van ziekteverwekkers tussen soorten is van alle tijden. Goed opletten en tijdig ingrijpen is nodig om infecties te beheersen. Juist in de veehouderij gebeurt dat.

De coronapandemie komt langzamerhand in een fase van beheersing. Ongetwijfeld start dan ook de discussie over de oorzaken en over preventie van toekomstige pandemieën. De relatie tussen mensen en dieren speelt daarbij een centrale rol. Heel gemakkelijk wordt daarbij gewezen naar landbouwhuisdieren, ‘een tikkende tijdbom’ heet het dan, of: ‘de coronacrisis is een nieuwe reden om veeteelt af te bouwen’.

Introductie en vermeerdering

Om tot een pandemie te komen zijn twee processen belangrijk: introductie en vermeerdering. Al zolang er kennis is van infectieziekten weten we dat ziektekiemen van de ene diersoort op de andere overspringen. De mens is een van die soorten. Verreweg de meeste van deze ‘species-jumps’ vinden plaats vanuit wilde dierpopulaties.

Er zijn numeriek veel meer wilde diersoorten dan gehouden diersoorten, maar er zijn ook ecologische argumenten. Mensen dringen de habitat van wilde dieren binnen door toerisme of door uitbreiding van woon- en werkgebieden. Denk aan recente species-jumps waarbij de mens betrokken is: Ebola, Sars, Influenza, Lyme, HIV, Hendra, Nipah en pest. Om dan tot een pandemie in de populatie mensen te komen is een hoge mens-naar-mens-transmissie essentieel [R-waarde > 1].

Elke diersoort heeft te maken met ziekten waar andere diersoorten de ‘schuld’ aan hebben

Elke diersoort heeft te maken met ziekten waar andere diersoorten de ‘schuld’ aan hebben: nertsen zullen zeer ontevreden geweest zijn over de Sars-CoV-2-infectie die ze kregen van mensen – een anthroponose – kippen kregen influenza van smienten of zwanen. De kippenkrant en de nertsen-appgroep hebben waarschijnlijk vol gestaan met genuanceerde en ongenuanceerde meningen over deze diersoorten.

Infectiestatus landbouwhuisdieren bewaken

Introductie vanuit landbouwhuisdieren is onwaarschijnlijk, maar vermeerdering van binnengekomen kiemen in onze landbouwhuisdieren is ook risicovol. Kennis van het bewaken van gezondheid en infectieziekten bij landbouwhuisdieren is daarom waardevol. In Nederland is een uitgebreid dierziekte-monitoringssysteem opgezet. De infectiestatus van gehouden landbouwhuisdieren wordt momenteel voor tientallen infectieziekten nauwkeurig bewaakt. Daarbij is ‘testen, testen, testen’ al jarenlang het adagium.

Daarnaast wordt elke wijziging in gezondheid of sterfte van dieren direct opgepikt door lokale dierenartsen en gemeld en besproken met specialisten. Wekelijks worden nationaal de productie- en sterftecijfers van runderen geanalyseerd op onverwachte uitschieters. Alle klinische bevindingen van dierenartsen op varkensbedrijven worden centraal verzameld en geanalyseerd. Elke koppel pluimvee wordt getest op onder meer influenza. Introductie van een bekende of onbekende ziektekiem wordt direct gesignaleerd. De recente ontdekking [als eerste in de wereld] van het coronavirus in nertsen is daarvan helaas een goed voorbeeld. De begrippen testen, quarantaine, lockdown en R-waarde worden bij landbouwhuisdieren al jaren gebruikt en zijn effectief gebleken.

Monitoren op Q-koorts

Q-koorts kwam van geiten, maar daarbij was geen sprake van een introductie door een species-jump en ook niet van een pandemie. De kiem die Q-koorts veroorzaakt, Coxiella burnetii, is al jarenlang bekend in Nederland.

Door de snelle groei van de geitensector kwam er veel Coxiella in de omgeving vanuit geitenbedrijven, waardoor honderden mensen besmet raakten en tientallen overleden. De uitbraak stopte na het verwijderen van drachtige geiten, de infectiebron.

De R-waarde van de kiem op geitenbedrijven is sindsdien door onder andere vaccinatie stabiel onder de 1 gebracht. De monitoring op melkgeitenbedrijven laat nu al jaren zien dat de kiem niet meer aanwezig is. Een dramatische les van deze uitbraak is dat bij een verandering van het ecosysteem, monitoring essentieel is om onvoorziene gevolgen voor te zijn of snel op te merken.

Alle diersoorten leven samen in dit ‘ecologisch paradijs’ waarbij species-jumps van alle tijden zijn

Ecologisch paradijs

Alle diersoorten leven samen in dit ‘ecologisch paradijs’ waarbij species-jumps van alle tijden zijn en zullen zijn. Van belang is hoe we infectieziekten bij al die diersoorten bewaken en daarmee het risico op een species-jump beheersen of in elk geval een mogelijke pandemie snel onderkennen.

Continue monitoring van infectieziekten bij alle diersoorten, inclusief de mens, is van essentieel belang. Voor landbouwhuisdieren is dat in Nederland al heel goed geregeld.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in dagblad Trouw

Beheer
WP Admin