Maatregelen om natuur en biodiversiteit te verbeteren hebben – al is het soms indirect – krimp van de veestapel tot gevolg. Dat blijkt uit een analyse door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) van de verkiezingsprogramma‘s.
Op vier thema‘s, waaronder landbouw, natuur en voedsel, analyseert het PBL de plannen van CDA, ChristenUnie, SP, PvdA, GroenLinks en D66. Er zijn grote verschillen tussen partijen wat betreft hun plannen om de natuur te verbeteren. Het CDA wil niet tornen aan de omvang van de veehouderij en het landbouwareaal. Het hele budget van CDA voor natuur gaat dus naar herstel van bestaande gebieden. D66, GroenLinks, PvdA, SP en in mindere mate ChristenUnie zetten daarentegen juist in op krimp van de veestapel.
De bijbehorende stikstofmaatregelen kennen een soortgelijke onderverdeling. De vermindering van ammoniakdepositie komt bij het CDA en Christenunie voor het grootste deel van technische maatregelen in de stal, of met voer en bemesting. GroenLinks en D66 doen dit door de veestapel in te krimpen, en in mindere mate met zulke technieken. De SP wil helemaal geen geld uitgeven aan staltechniek op dit gebied. D66 en GroenLinks willen vooral ammoniak reduceren via opkoopregelingen, de PvdA kort daarbij ook nog alle bedrijven op hun dier- en fosfaatrechten.
Het CDA, de ChristenUnie en de SP halen ongeveer dezelfde ammoniakreductie. Maar zij halen minder resultaat dan de andere drie partijen. De Eerste Kamer bespreekt dinsdagmorgen de stikstofwet die door het huidige kabinet is voorgesteld.
Veel andere partijen hebben hun verkiezingsplannen niet ingeleverd bij het PBL. Deze verkiezingsprogramma’s zijn dus ook niet doorgerekend. Behalve de gevolgen voor landbouw en natuur, berekent het PBL ook wat de verkiezingsprogramma’s betekenen voor verkeer, klimaat en wonen.