Plantaardige eiwitmarkt groeit sneller dan capaciteit

Dat stellen diverse deskundigen in de eiwitbranche desgevraagd. Hoewel zowel grote als kleine bedrijven volop investeren in nieuwe productiefaciliteiten, gaat de toename van de capaciteit niet zo snel als de groei van de markt. De bouw van fabrieken die ingrediënten uit ruwe grondstoffen kunnen maken voor vleesvervangers kost namelijk tijd en geld.

“Door de enorme groei zijn er tekorten van grondstoffen voor diverse producten”, zo merkt Henk Hoogenkamp, internationaal bedrijfsadviseur in de eiwitbranche. “De capaciteit om poeders uit ruwe grondstoffen om te zetten tot een getextureerd product blijft achter bij de groei aan de consumentenkant. Grote bedrijven investeren daarom fors in technologie om deze ingrediënten te kunnen produceren. Het duurt echter wel enige tijd voor een dergelijke machine gebouwd is en het kost al snel miljoenen euro’s.”

De laatste twee jaar is de groei veel harder gegaan dan daarvoor

‘Alle zeilen bijzetten’

Eén van die bedrijven die van het ‘poeder’ getextureerde producten maakt is het Zeeuwse bedrijf Meatless. Directeur Jos Hugense merkt de enorme groei. “We moeten alle zeilen bijzetten om aan alle vraag te voldoen. We hebben twee jaar geleden onze productiecapaciteit verdubbeld. De laatste twee jaar is de groei veel harder gegaan dan daarvoor. Alle capaciteit bij fabrikanten in onze branche zit gewoon vol.”

Volgens Hugense is het uitbreiden van de productie een kwestie van goed plannen. “Je moet dat op het goede moment doen. Je wilt ook niet dat je fabriek niet volledig kan draaien bij een nieuwe uitbreiding.”

Beschikbaarheid ruwe grondstof

Het gaat echter niet alleen om een te kleine capaciteit bij de bedrijven die het eiwitrijke meel verwerken. Ook bedrijven die de ruwe grondstof, zoals de sojaboon, verwerken tot meel, lopen tegen grenzen aan. Zo besloot het internationale bedrijf ADM vorig jaar om zijn productielocatie in Europoort om te bouwen om meer sojaeiwit voor menselijke consumptie te kunnen maken. Atze Jan van der Goot, hoogleraar duurzame eiwittechnologie aan Wageningen University & Research benadrukt dat de beschikbaarheid van de ruwe grondstof niet het probleem is. “De ingrediënten voor vleesvervangers worden gemaakt uit bijproducten uit onder andere de olie-industrie, zoals sojaschroot. Die zijn ruimschoots aanwezig. Het gaat om de capaciteit bij bedrijven die het schroot kunnen verwerken tot ingrediënten voor humane voedingsproducten.”

Van der Goot houdt zich onder andere bezig met onderzoek naar nieuwe technieken om ingrediënten voor vleesvervangers te maken. “Een aantal daarvan is veelbelovend en kan wellicht op grotere schaal ingezet gaan worden.” Volgens Hugense gaat de ontwikkeling van nieuwe technieken een slag maken. “Daarmee zou er wat minder druk op de capaciteit kunnen komen.”