De export van pootaardappelen naar Algerije verloopt stroperig.
Daardoor blijft die tot nu toe onder het gemiddelde. Ondanks dat Algerije dit jaar de verhouding tussen de klassen E en A verruimde van 80% E en 20% A naar 50% E en 50% A. Algerije is al jarenlang de grootste afzetmarkt voor Nederlands pootgoed buiten de EU.
Volgens directeur Jan van Hoogen van aardappelcoöperatie Agrico hebben de telers in Algerije weinig verdiend aan de aardappelen. “Daardoor verloopt de export stroperig. Dankzij de verruiming kunnen we wel wat meer A-klasse exporteren.”
Volgens Van Hoogen verloopt de hele export van pootaardappelen naar landen buiten de EU moeizaam. “De export binnen de EU lijkt wel goed te komen. Ook de fritesindustrie vraagt veel pootaardappelen. De late oogst heeft weinig invloed op de export. De vele klasseverlagingen in de veldkeuring en de nacontrole hebben daar wel invloed op. Zeker bij Spunta is een tekort aan klasse E. Sommige landen willen alleen E’s, zoals Egypte en Syrië.”
Directeur Gerard Backx van handelshuis HZPC constateert dat Algerije trager is dan in andere jaren met het afgeven van betalingszekerheden. “Maar verder verloopt de export naar Algerije redelijk volgens plan. Er is een quotum voor import afgegeven en daarop kan ingekocht worden.”
Volgens Backx loopt de totale pootgoedexport goed. “We hebben tot nu toe meer tonnen pootgoed verscheept dan vorig jaar op hetzelfde moment. Dat zegt nog niets over het verdere verloop van het seizoen, maar we zijn niet pessimistisch. Dit jaar zijn de vele klasseverlagingen een beperkende factor. We moeten langer wachten op de uitslagen van de nacontrole. En sommige landen willen alleen klasse E.”