Productiewaarde voedingsindustrie steeg in 2019

De stijging van de productiewaarde van de branche, de waarde van alle geproduceerde goederen en diensten, was relatief hoog vergeleken met de afgelopen vijf jaar. Daarin was de groei jaarlijks gemiddeld 2,5%. Dat blijkt uit de Monitor Levensmiddelenindustrie 2020 van FNLI, de branchevereniging voor de levensmiddelensector.

Levensmiddelenindustrie ontwikkelt sterker

De productiewaarde van de gehele industriële sector daalde met 2% tot € 338,4 miljard. Gemiddeld steeg de waarde jaarlijks met 1,7%. De levensmiddelenindustrie ontwikkelt zich dus sterker dan de totale industrie.

De eerder genoemde productiewaarde van € 70,6 miljard zorgde in 2019 voor € 37,4 miljard productiewaarde in andere sectoren, zoals de verpakkingsindustrie, energiesector, uitzendbureaus en landbouw. Van dit bedrag realiseerden de sectoren commerciële dienstverlening en landbouw ongeveer 60%. De industrie zorgt direct en indirect voor ongeveer 4% van het Bruto Binnenlands Product.

De bruto toegevoegde waarde (verschil tussen omzet en inkoopwaarde) in de branche steeg met 5% tot € 14,2 miljard. Ook dit is een relatief grote stijging in vergelijking met de gemiddelde groei van 3,8% in de afgelopen acht jaar.

Groei aantal kleine food-bedrijven

Wat betreft het aantal bedrijven, groeit vooral het aantal kleine bedrijven. Het totaal aantal bedrijven in de levensmiddelenindustrie steeg met 6,3% in 2020 naar 6.930. Het aantal kleine bedrijven (1 tot 9 werknemers) nam toe met 6,6% tot 5.610. Sinds 2011 is het aantal kleine bedrijven met 71% toegenomen. Dit is een gemiddelde jaarlijkse groei van 6,1%.

Uitvoer levensmiddelen naar landen buiten EU in opmars

In het afgelopen jaar is het Nederlandse uitvoersaldo (verschil tussen uitvoer en invoer) van de branche sterk toegenomen. Het uitvoersaldo bedroeg vorig jaar € 18,4 miljard, een stijging van 8% ten opzichte van een jaar eerder. De uitvoerwaarde steeg met 4,4% en de invoerwaarde groeide met 1,3%.

Cijfers over alleen de levensmiddelenindustrie zijn niet beschikbaar, maar het grootste deel van de Nederlandse agrifoodsector (exclusief levende dieren en sierteelt) gaat naar buurlanden. De uitvoer naar niet-Europese landen is echter aan een opmars bezig. De stijging van de uitvoerwaarde was het sterkst naar de rest van de wereld.