Productiewijze vleeskuikens heeft geen effect op inkomen

11-05-2020 | Laatste update op 21-02 | |
'Niet-reguliere vleeskuikenproductiesystemen, zoals de Kip van Morgen, maken gebruik van traag groeiende rassen en passen een lagere bezetting toe. Hierdoor zijn de productiekosten hoger.
'Niet-reguliere vleeskuikenproductiesystemen, zoals de Kip van Morgen, maken gebruik van traag groeiende rassen en passen een lagere bezetting toe. Hierdoor zijn de productiekosten hoger.

Of een vleeskuikenhouder nu reguliere vleeskuikens houdt of langzamer groeiende of biologische vleeskuikens, het maakt niet uit voor het inkomen van de pluimveehouder.

Dit was, in 2017, in alle gevallen gelijk, ondanks dat langzamer groeiende en biologische vleeskuikens een hogere opbrengstprijs hadden dan regulier gehouden vleeskuikens. Dit komt omdat reguliere kuikens de laagste kostprijs hebben. Dit blijkt uit berekeningen van Wageningen Economic Research (WER).

De vergelijking van de economische aspecten van verschillende productiesystemen maakt onderdeel uit van het Greenwell-project. Het ging om de productiesystemen regulier, Kip van Morgen (KMV), Beter Leven-keurmerk 1 ster (BLK1) van de Dierenbescherming en biologisch. KMV en BLK1 zijn zogenoemde tussensegmenten tussen regulier en biologisch in.

Kostprijzen

De kostprijs op het pluimveebedrijf neemt voor KVM, BLK1 en biologisch toe met 20, 44 en 193 procent ten opzichte van de kostprijs van reguliere kip. Per kilo borstfilet is de toename respectievelijk 38, 78 en 402 procent. De toename per kilo borstfilet is groter dan de toename van de kostprijs op het pluimveebedrijf, omdat bij langzamer groeiende dieren het slachtrendement en filetrendement lager zijn dan bij de reguliere kip.

De ‘supermarktconcepten’, zoals de Goed Nest Kip van Plukon en de Nieuwe Standaard Kip van Jumbo, vormen inmiddels 30 procent van de huidige vleeskuikenproductie in Nederland. De concepten maken onder meer gebruik maken van een trager groeiend ras en een lagere dierbezetting. Er is sprake van een relatief hoog niveau van dierenwelzijn en diergezondheid, maar ook van een relatief hogere ecologische voetafdruk.

Bij het reguliere vleeskuikenproductiesysteem, dat 70 procent van de vleeskuikenproductie in Nederland vormt, is sprake van een lagere ecologische voetafdruk, maar staan dierenwelzijn en diergezondheid ter discussie. De maatschappij vraagt om productiesystemen die tegemoet komen aan alle aspecten van duurzaamheid.

Effecten op duurzaamheid inschatten

Binnen het Greenwell-project ontwikkelen wetenschappers een model om de effecten van vleeskuikenproductiesystemen op duurzaamheid (milieu, dierenwelzijn en economie) te kunnen inschatten. Dat gebeurt door Wageningen Livestock Research en Wageningen Economic Research.

Het project wordt gefinancierd door het ministerie van LNV en vier bedrijven actief in de vleeskuikenketen (fokbedrijf Aviagen, kuikenbroederij Van Hulst, voerfabrikant De Heus voeders en pluimveeslachterij Plukon). Het gaat om een private-publieke samenwerking van Topsector Agri & Food. Binnenkort verschijnen rapporten over de welzijns- en milieuaspecten van de verschillende vleeskuikenproductiesystemen. Bij dat laatste kan gedacht worden aan vervanging van voedergrondstoffen.

Meer prijsinformatie over vleeskuikens vind je op FoodAgribusiness.nl/markt

Bijleveld
Hans Bijleveld Redacteur Pluimveehouderij


Beheer