Doorgaan naar artikel

Rabo: ‘Concurrentie binnen pluimveeketen verdwijnt’

Rabobank voorziet een grote omslag van de structuur en manier van werken in de pluimveeketen.

Geüpdatet op:
Business
Pluimvee
Interview
Jeroen van den Hurk is sectorspecialist pluimveehouderij bij Rabobank. - Foto: Rabobank

Jeroen van den Hurk is sectorspecialist pluimveehouderij bij Rabobank. - Foto: Rabobank

Covid is de smeerolie die de consolidatie van pluimveeslachterijen in een stroomversnelling bracht. De ene overname volgt de andere in een razend tempo op. Rabobank voorziet een grote omslag van de structuur en manier van werken in de pluimveeketen.

Een reeks van overnames van pluimveeslachterijen markeren een roerig jaar voor de pluimveehouderij. Overnames gaan gepaard met financiële middelen en zowel voor pluimveehouders als andere schakels in de pluimveeketen is de Rabobank een belangrijke financiële partner.

Om in te spelen op de markt, maakt de bank beschouwingen van ontwikkelingen wereldwijd, maar dat de Nederlandse vleeskuikensector zo snel zou veranderen had ook sectorspecialist Jeroen van den Hurk niet verwacht. “Vergeleken met de legpluimveesector of de varkenshouderij was de verwerking van vleeskuikens tot vorig jaar nog behoorlijk gefragmenteerd. Er is een verdere internationalisering gaande, dus dat die sector de omslag naar meer Europees georiënteerd maakt, komt niet als een verrassing. Alleen dat die consolidatieslag binnen een jaar tijd gemaakt zou worden, had niemand verwacht.”

Waar komt die omslag ineens vandaan?

“Covid en brexit zorgden voor een versnelling van dat proces. De impact van brexit was deels te voorzien, maar vooral de gevolgen van de coronapandemie hebben ontwikkelingen in een stroomversnelling gebracht. Daar komt nog de slag bij die gemaakt gaat worden door stappen die de grote retailers hebben aangekondigd; dat vlees voor de Nederlandse markt van concepten naar 1-ster Beter Leven wordt gebracht. Dat heeft consequenties. Er is meer vierkante meter per dier nodig, waardoor er netto minder kip geproduceerd gaat worden. Daarbij is ook minder voer nodig en zijn minder kuikens nodig.”

Spelen slachterijen met hun consolidatie al in op een toekomstige sanering van slachthaken?

“Dat kan ik niet voor hen beantwoorden. Maar ik denk dat het een lijn is die al langer geleden uitgezet is. De beweging van de afgelopen jaren was al een ontwikkeling naar een lagere bezetting. Je hoeft geen profeet te zijn om te voorzien dat die verduurzamingsslag ook gevolgen gaat hebben voor het aantal benodigde slachthaken. Ook Duitsland beweegt naar een gemiddeld lagere bezetting. En in beide landen groeit de sector nauwelijks door beperkte milieuruimte. Maar covid is ook hier een katalysator geweest die het proces versnelde. En dat slachterijen dan anticiperen op een verwachte situatie is logisch. Dus ja, ik denk dat het veilig stellen van posities bij verwachte krimp meespelen bij de ontwikkelingen die je nu in de slachterijwereld ziet.”

Ik denk dat het veilig stellen van posities bij verwachte krimp meespelen bij de ontwikkelingen die je nu in de slachterijwereld ziet

Dat verslechtert de positie van de pluimveehouder. Die heeft niets in te brengen tegen zulke grote machtsblokken.

“Het is niet per definitie slecht hoor. Er zullen altijd slachterijen in ons land blijven. Ik kan me niet voorstellen dat hier kuikens worden geproduceerd en dat die in het buitenland geslacht worden. Dat is tegen de maatschappelijke trend in, waarin de mestproductie en andere aspecten van de productie kritisch worden bekeken. Maar dan moeten slachterijen dus wel slachtkracht hebben. Iedere pluimveehouder die door wil is dus ook gebaat bij krachtige partijen die overeind blijven in het internationale krachtenveld.”

Maar als boer heb je dan niet veel meer te kiezen…

“Het zijn inderdaad de ondernemersvaardigheden van pluimveehouders die ervoor zorgden dat de sector de afgelopen jaren zo succesvol draaide. Er was voortdurend een gezonde strijd over wie welk deel van de opbrengst van de kip in het winkelschap kreeg. En dat model van competitie binnen de keten heeft de Nederlandse pluimveehouderij, een sector die na de vogelgriep in 2003 zo goed als afgeschreven was, groot gemaakt. Maar dat kostprijsgeoriënteerde model heeft echter langste tijd gehad.”

Hoe bedoelt u dat?

“Ik denk dat we naar een tijd toe gaan waarin vooral de kracht van de keten van belang wordt. Dus niet meer de competitie binnen de keten, maar het gezamenlijk belang bovenaan stellen! Dat vraagt om een mentaliteitsverandering, want je moet anders kijken naar de keten waar je in zit. Dus moet je leren denken in het belang van de keten. Niet alleen de pluimveehouder waar dan als eerste naar gekeken wordt, maar ook de slachterij, de broederij en de voerleverancier. De keten is zo sterk als de zwakste schakel. Iedereen moet daarom een goede beloning krijgen voor de inspanningen die hij levert, anders is de keten geen lange levensduur beschoren. De verschillende schakels moeten zich realiseren dat ze elkaar nodig hebben, want er komen nog grote uitdagingen op de sector af.”

Ik denk dat we naar een tijd toe gaan waarin vooral de kracht van de keten van belang wordt

Zoals…

“Allereerst de grote omschakeling naar 1-ster Beter Leven. Daarna volgt de European Chicken Commitment. Klimaatdoelstellingen en het stikstofbeleid raken ook de vleespluimveehouderij. En niet te vergeten de verwachting dat de vleeskuikenhouderij in Oost-Europa nog flink zal groeien. De Nederlandse kuikensector heeft de afgelopen tien jaar flink geïnvesteerd en geïnnoveerd, maar een groeistap is in ons land niet meer te maken. Die kans ligt in Oost-Europa. Daar ligt de markt en daar is ruimte. Dus je zult als sector in ons land moeten kijken waar je elkaar kunt versterken. Alleen dan kun je daar tegenwicht aan bieden. Elkaar versterken, en ondertussen toch het ondernemerschap waar wij in Nederland in uitblinken behouden: dat wordt de grote uitdaging voor de komende jaren!”

Dat klinkt als een zware opgave.

“De sector heeft vaker voor hete vuren gestaan, zoals het herstel na het rampjaar 2003, dus dit is ook mogelijk. Bovendien heb je geen keuze, deze ontwikkeling is onomkeerbaar. Traceerbaarheid en voedselveiligheid worden steeds belangrijker. En als je dat bij elkaar brengt, ontkom je niet aan een ketenstructuur om dat waar te maken.”

Een complete andere opzet dan hoe nu gewerkt wordt in de sector. Wat is ervoor nodig om dit tot een succes te maken?

“Iemand zal de regie moeten pakken. Iemand die de toon zet, maar die als regisseur wel geregeld omkijkt of iedereen het kan volgen. Een eerlijke margeverdeling is daar een belangrijk onderdeel van. Want wat we nu zien is dat pluimveebedrijven economisch steeds sneller verouderen, doordat de omgeving zo snel veranderd. Luchtwassers of een warmtewisselaar; je moet erin kunnen investeren om je bedrijf duurzaam voort te zetten. Maar om dat te kunnen doen moet je rendement halen, en daar heb je elkaar voor nodig!”

‘Ketendenken met behoud van ondernemerschap wordt de grootste uitdaging voor de pluimveesector’

Snel delen

Image
Jacco Keuper

Redacteur

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin