Realistischer stikstofbeleid nodig

Pluymaekers
Foto: ANP
Foto: ANP

Brabantse CDA‘ers uiten kritiek op het stikstofbeleid. Ze roepen op tot een realistischer kijk op wat haalbaar en wenselijk is op het gebied van natuur en stikstof.

Het kabinet kondigde onlangs stikstofmaatregelen aan, die diep ingrijpen in het economische en maatschappelijke leven. De onderbouwing voor deze vergaande maatregelen is kort, maar krachtig: vanwege ‘de natuur’.

Het Brabantse provinciebestuur volgt dezelfde lijn. Ook dat doet alsof het vanwege de natuur geen keus heeft. Dat is niet het geval. Er zijn wel degelijk politieke keuzes gemaakt. Ze worden alleen verzwegen.

Meststof

In de eerste plaats de keus om alleen bepaalde vormen van natuur als natuur te beschouwen. Stikstof wordt als een probleem gezien, omdat het een meststof is. Planten die van stikstof houden, gaan beter groeien en winnen terrein op andere planten. De natuur kan daardoor anders worden, minder schraal, bosrijker. En dat mag niet: minder schrale natuur is kennelijk geen natuur.

Oostvaardersplassen

Nog vreemder is de politieke keuze dat de flora en fauna in natuurgebieden niet mogen veranderen. Hei moet altijd hei blijven, bos moet altijd bos blijven. Dat is een politieke opvatting die voor discussie vatbaar is. Vrijwel alle natuurgebieden in Nederland zijn het gevolg van door mensen veroorzaakte verandering. De nu zo beschermenswaardige Oostvaardersplassen en de Hoge Veluwe hadden niet bestaan als de visie op natuur in de vorige eeuw net zo conservatief was geweest als de huidige.

Uitstoot stikstof

Ook kiezen het kabinet en het provinciebestuur ervoor om zich vooral te richten op de beperking van stikstofuitstoot. Als je al vindt dat de grond schraal moet blijven, zijn er doelgerichtere manieren om dat te bereiken. De heidegebieden en stuifzanden in Noord-Brabant zijn ooit ontstaan als gevolg van begrazing en bomenkap. Het ligt voor de hand ze ook op deze manier in stand te houden, in plaats van middelen en energie te besteden aan een weinig effectief stikstofsysteem.

De stikstofneerslag op het onbewoonde Waddeneiland Rottumerplaat bedraagt al 14 kilo per hectare

Neerslag stikstof

De overheid wekt bovendien de suggestie dat als we de uitstoot op orde hebben, de natuur ‘gered’ is en we door kunnen gaan met economische activiteiten. Maar de grenzen zijn zo gesteld dat er niet aan voldaan kán worden. De maximale hoeveelheid stikstof die jaarlijks zonder ‘natuurschade’ op de Deurnese Peel kan neerdalen, bedraagt volgens de overheid 5,5 kilo per hectare. Zelfs als morgen alle veehouderijen, fabrieken en auto’s uit Noord-Brabant verdwijnen, dan wordt deze waarde nog niet bereikt. De stikstofneerslag op het onbewoonde Waddeneiland Rottumerplaat bedraagt al 14 kilo per hectare. En daar is, anders dan bij de Deurnese Peel, in de wijde omgeving geen snelweg of veehouderij te bekennen.

Berekening stikstofneerslag

Dergelijke grenzen zijn een vrijbrief voor verdere maatregelen. Over een paar jaar zijn talloze Brabantse familiebedrijven verdwenen. Miljoenen is er door de resterende boeren geïnvesteerd in ‘uitstootarme’ stallen. En toch zal gedeputeerde Rik Grashoff (Natuur, GroenLinks) dan constateren dat de ‘kritische grenzen’ nog steeds worden overschreden, en dat er nog meer maatregelen moeten worden genomen.

Ze zwaaien daarbij met gedetailleerde cijfers waaruit de stikstofneerslag zou blijken. Dit is niet de werkelijke neerslag, maar de uitkomst van een weinig precieze berekening. De ‘onzekerheidsmarge’ loopt op tot 70% en soms zelfs meer. En toch bepalen deze berekeningen voor een groot deel wat er wel en wat er niet kan.

Stikstofbeleid kan wel wat realiteitszin gebruiken

Politiek

Dat is het natuurbeleid anno 2019. Een veel te beperkte visie op natuur, een ongefundeerde focus op stikstofuitstoot, doelstellingen die per definitie onhaalbaar zijn en beleid gebaseerd op een model dat misschien in de verte iets met de werkelijkheid te maken heeft. Het wordt hoog tijd om ons te bezinnen op deze dubieuze uitgangspunten. Politieke partijen, inclusief het CDA, zouden zich moeten uitspreken over de vraag wat voor soort natuur zij willen, en welk offer zij daarvoor bereid zijn van burgers en bedrijven te vragen.

In plaats daarvan debatteren we hier in Brabant enkel over details: wie krijgt de beschikbare ‘stofstofruimte’ en wat is de uiterste datum voor het aanvragen van een vergunningaanvraag? En dat heeft weinig zin, zolang het landelijk kader meer gemeen heeft met invullen van een Excelsheet dan met écht natuurbehoud. Het stikstofbeleid kan wel wat realiteitszin gebruiken.

Medeauteurs: Els Stravens, Maarten van den Tillaart en Martijn Tholen.

Dit artikel verscheen eerder in Brabants Dagblad. Quinten Pluymaekers, oud-bestuurslid CDA Gelderland uit Boxtel, Els Stravens en Maarten van den Tillaart, namens CDA van het Algemeen Bestuur Waterschap De Dommel en Martijn Tholen, bestuurder De Dommel namens fractie Ongebouwd.



Beheer