De betrokken veehouder sloot in oktober 2014 een lening af van bijna € 1,2 miljoen om zijn bedrijf te verdubbelen tot 199 stuks melkvee. Beeld ter illustratie. - Foto: Hans Prinsen
Fosfaatknelgeval vangt bot bij rechtbank. Rabobank treft geen blaam. Invoering van fosfaatrechten was niet te voorzien en viel dus niet onder zorgplicht.
De Rabobank hoefde veehouders niet te wijzen op de mogelijkheid dat er fosfaatrechten zouden kunnen komen. Dat oordeelt rechtbank Midden-Nederland in een zaak aangespannen door een melkveehouder. Deze had eind 2014 een financiering afgesloten bij de bank voor forse bedrijfsgroei. Maar op peildatum 2 juli 2015 had hij nog niet het beoogde aantal dieren en dus moest hij rechten bijkopen. Hij vindt dat de bank had moeten waarschuwen voor dit risico.
Waarschuwingsplicht
De rechter gaat daar niet in mee. De bank had geen mededelings- of waarschuwingsplicht op dit punt, is het oordeel. De rechter vindt dat de bank niet aan te rekenen is dat de wetgever binnen een half jaar een draai maakte van 180 graden. Eerst was met de invoering van regels voor grondgebondenheid en mestverwerking verantwoorde groei gereguleerd, maar toen het fosfaatplafond werd overschreden, kwam er alsnog een groeistop. Daarover wist de bank op het moment van financiering even weinig als de veehouder zelf, aldus de rechter.
Dat de bank marktleider is in de agrarische sector en veel financieringen verstrekt voor schaalvergroting betekent niet dat zij moest zien aankomen dat het fosfaatplafond zou worden overschreden, aldus de rechtbank.
De bank had hooguit kunnen zeggen dat als het fosfaatplafond zou worden overschreden, er productiebeperkende maatregelen zouden kunnen komen. Maar, oordeelt de rechtbank, dat had de melkveehouder zelf ook wel kunnen weten, want dat was algemeen bekend. ‘Dergelijke algemeen bekende informatie hoeft niet te worden meegedeeld, noch in het kader van het voorkomen van dwaling noch in het kader van de zorgplicht. Voor dit algemeen bekende risico hoeft evenmin te worden gewaarschuwd.’
Verdubbeling veestapel
De betrokken veehouder sloot in oktober 2014 een lening af van bijna € 1,2 miljoen om zijn bedrijf te verdubbelen tot 199 stuks melkvee. Er zouden een nieuwe stal en een mestscheider komen en ook kocht de veehouder grond aan. Op peildatum 2 juli 2015 was de veestapel zo groot nog niet, waardoor de ondernemer fosfaatrechten kreeg voor slechts 111 koeien. Dus bleef de nieuwe stal deels leeg en moest hij rechten bijkopen. Erkenning als knelgeval kreeg hij niet.
De veehouder stelt dat hij de financiering nooit was aangegaan als hij had geweten dat invoering van fosfaatrechten of een andere vorm van productiebeperking in de lucht hing. Doordat Rabobank hem niet op dit risico heeft gewezen en hem daarvoor ook niet heeft gewaarschuwd, heeft hij schade geleden van in ieder geval ruim € 250.000 door leeg blijvende koeplaatsen. De bank zou haar zorgplicht niet zijn nagekomen.
Kennis
De rechter behandelt uitvoerig de vraag of Rabobank op het moment van financieren in 2014 had kunnen weten dat er productiebeperkingen aan zaten te komen. Het antwoord is ‘nee’. Signalen vanuit de overheid waren juist steeds dat productiebeperkende maatregelen achterwege konden blijven, dankzij maatregelen zoals de grondgebonden groei melkveehouderij en de verplichte mestverwerking.
Dat er steeds discussie was, bijvoorbeeld in vakbladen, over eventuele maatregelen, wil volgens de rechter niet zeggen dat Rabobank meer wist dan anderen in de sector, en hierover haar klant had moeten informeren.
Draai van overheid
De rechter is opmerkelijk scherp over de rol van de wetgever, die volgens hem binnen een half jaar een draai heeft gemaakt van 180 graden. Eerst zette ze vol in op groei, en werd productiebeperking gezien als onwenselijk en niet effectief. Maar nog geen half jaar later was het fosfaatplafond desondanks overschreden en werd productiebeperking toch nodig geacht. ‘Als de wetgever, die bij uitstek kan beschikken over actuele informatie over de fosfaatproductie, al verrast was door de snelle dreigende overschrijding van het fosfaatplafond, hoe had Rabobank hiervan dan op de hoogte kunnen zijn?’, aldus de rechtbank.
Op de hoogte zijn
De rechter kaatst de bal terug naar de veehouder. Hij wijst erop dat een professionele melkveehouder in ieder geval op hoofdlijnen hoort te weten dat er zoiets is als derogatie en mestproblematiek, en dat een ongeremde groei van de melkveestapel in Nederland tot problemen zou kunnen leiden. ‘Daarmee kon hij ook in algemene zin voorzien dat de groei van zijn eigen bedrijf zou kunnen oplopen tegen de grenzen die door het landelijk fosfaatplafond zijn gegeven.’