Ruim 200 hoogdrachtige runderen bij de slacht

Dat blijkt uit het conceptbesluit waarin landbouwminister Carola Schouten een verbod instelt voor de handel in hoogdrachtige runderen en varkens met het doel de dieren te slachten.

Het verbod komt erop neer dat een veehouder de drachtige dieren (in het laatste deel van de dracht) niet van het bedrijf mag afvoeren voor de slacht.

Uitzonderingen: noodslacht of dieren besmet met ziekten

Zeugen die langer dan 77 dagen drachtig zijn en koeien die langer dan 185 dagen drachtig zijn, mogen door de veehouder niet voor de slacht worden aangeboden. Er zijn uitzonderingen mogelijk als dieren besmet zijn met ziektes die moeten worden bestreden of in het geval van een noodslacht

Verkoop van koe of varken

Bij de verkoop van een koe of varken moet de veehouder schriftelijk verklaren dat het dier zich op dat moment niet in het laatste derde deel van de dracht bevindt. Boeren die toch een drachtig dier afleveren zijn strafbaar.

Vervoer hoogdrachtige dieren verboden

Het is nu al verboden om hoogdrachtige dieren te vervoeren die in de laatste 90% van de dracht zitten

De minister schrijft dat uit gegevens van de NVWA blijkt dat vorig jaar zeker 226 hoogdrachtige dieren voor de slacht zijn aangeboden. “Aangenomen wordt dat het aantal hoogdrachtige runderen in het laatste derde deel van de dracht dat op het slachthuis is aangevoerd nog hoger ligt, maar cijfers hierover ontbreken.”

De minister heeft al eerder aangekondigd dat ze maatregelen zal treffen. Zij vindt het uit oogpunt van dierenwelzijn onwenselijk dat hoogdrachtige dieren naar de slacht worden afgevoerd.

Schapenstaarten couperen

De minister kondigt tegelijkertijd aan om het couperen van schapenstaarten uit te faseren. Vanaf 1 januari 2028 zal het couperen van staarten van schapen waar nu nog een uitzondering voor geldt verboden worden. Het gaat om het couperen van staarten van de ooien van de rassen Suffolk, Hampshire Down en Clun Forest.

Het conceptbesluit ligt tot 16 april ter inzage.