Foto: Canva
In de Zweedse landbouwsector is een tweede tak op de bedrijven belangrijker geworden.
Het aandeel van de bedrijven dat er naast de primaire agrarische productie iets bij doet is sinds 2010 toegenomen met 8%, van 34% naar 42%. Dat blijkt uit de nieuwe in 2020 uitgevoerde inventarisatie van de rijksdienst voor de landbouw, Statens Jordbruksverket (SJV).
Voor 26% van de bijklussende boeren is de tweede tak goed voor meer van de helft van de omzet. Ongeveer 30% draait met de nevenbedrijvigheid tussen de 11% en 50% van de omzet. Van het totale aantal boeren (met en zonder tweede tak) haalt 11% meer dan de helft van de omzet uit de nevenbedrijvigheid.
Aannemerij en toerisme
De gangbaarste nevenbedrijvigheid is een vorm van aannemerij/loonwerk, zowel binnen de landbouw als daarbuiten. Dat geldt voor 25% van het totale aantal boeren. Naast de aannemerij volgt toerisme als belangrijkste tweede tak. Hiermee verdient 8% van de boeren bij. Op de derde plaats komen boerderijwinkels. Het snelst groeit evenwel het aantal boeren dat omzet haalt uit de winning van duurzame energie. SJV signaleert tevens dat akkerbouwers vaker een tweede tak runnen dan veehouders. Bovendien zijn het primair de boeren met grotere bedrijven die een neventak hebben.
Akkerbouwers runnen vraker een tweede tak runnen dan veehouders
In concrete cijfers gaat het bij het cijfer van 42% met een tweede tak over circa 25.000 bedrijven: plus circa 1.000 ten opzichte van 2010. Ten opzichte van 2016 echter, toen een soortgelijke inventarisatie werd uitgevoerd, is het aantal bedrijven met een tweede tak echter teruggelopen met ruim 2.000. Dat is een gevolg van de structuurontwikkeling, dat wil zeggen een dalend aantal maar in omvang toenemende bedrijven.
Nederland
Ter vergelijking: In Nederland heeft een kwart van de agrariërs er een tak bij in de verbreding. Agrarisch natuurbeheer is hier de meest voorkomende vorm, gevolgd door boerderijverkoop. Het aantal multifunctionele bedrijven daalt weliswaar, maar minder snel dan het totale aantal agrarische bedrijven.