De ophokplicht voor pluimvee blijft voorlopig van kracht. Dat heeft landbouwminister Carola Schouten besloten na advies van de Deskundigengroep dierziekten.
De deskundigen concluderen dat het risico dat een pluimveebedrijf in Nederland besmet raakt met vogelgriep iets lager is dan in november vorig jaar, maar dat het risico nog altijd hoog tot zeer hoog is, omdat er nog altijd hoogpathogene volgegriep (HPAI) onder wilde vogels lijkt te circuleren.
Ook zijn er nog besmettingen bij pluimveebedrijven in de ons omringende landen. Bovendien kan het virus bij lage buitentemperaturen goed overleven en trekken de wilde watervogels de komende maanden weer terug naar hun broedplaatsen. Schouten heeft op basis van de huidige situatie besloten de landelijke maatregelen van een ophokplicht te handhaven.
“Je ziet ook aan de situatie in omringende landen dat het niet rustig is,” zegt beleidsmedewerker Ernest Bokkers van Pluimveehoudersorganisatie LTO/NOP in reactie op het besluit van Schouten. “We hopen dat het in Nederland hierbij blijft. Op dit moment kijken wij niet anders tegen de situatie aan dan de deskundigen.”
Het vastgehouden van de ophokplicht betekent voor pluimveebedrijven met vrije uitloopeieren dat ze de maximale termijn van 16 weken overschrijden, waarbij ze de eieren ondanks de ophokplicht nog als vrije-uitloopei mogen verkopen. Deze termijn eindigt op 11 februari. Het betekent dat de eieren van deze bedrijven voorlopig als (goedkoper) scharrelei verkocht moeten worden.
Brancheorganisatie van de eierhandel Anevei vreest dat het verlengen van de ophokplicht de eierketen veel geld gaat kosten. Zowel direct – door het afwaarderen van de vrije-uitloopeieren – als indirect, voor verliezen van markten en uitval van vraag naar vrije-uitloopeieren. “De laatste keer dat ook de termijn voor de vrije-uitloopstatus werd overschreden, was na een half jaar 80 tot 90% van de vraag naar vrije-uitloopeieren terug. Pas na een jaar naderde dit weer de 100%”, aldus Hubert Andela, voorzitter van Anevei.
Grootste zorg van de handel betreft echter de afzet naar Duitsland. “Onze concurrenten kunnen daar wel vrije-uitloopeieren leveren,” zegt Andela. Volgens Andela komen er dit jaar wellicht wel voormalige vrije-uitloopeieren herkenbaar in het schap. Bepaalde ketens zouden de intentie hebben op dit te gaan doen. De vorige keer dat de 12-wekentermijn (was toen nog 12 weken, nu 16 weken) werd overschreden gebeurde dit uiteindelijk niet.
Schouten geeft in haar brief aan de Tweede Kamer aan dat ze de maatregelen in zal trekken zodra het risico op insleep van vogelgriep voldoende is afgenomen. Ze geeft daarbij aan dat dit eventueel ook regionaal zou kunnen.
Sinds 28 oktober zijn er in Nederland elf bedrijven besmet verklaard met vogelgriep. De meest recente besmetting was op 5 januari, bij een kalkoenbedrijf in Moergestel. Daar is nog een beschermingsgebied van kracht. Alle beschermingsgebieden zijn inmiddels opgeheven. Tot nu toe blijkt uit typering van de virussen die zijn gevonden op bedrijven dat er geen directe link is tussen bedrijven.
In Nederland zijn sinds 27 november geen besmettingen meer vastgesteld bij de monitoring van levende wilde vogels. Bij dood gevonden wilde vogels wordt nog wel HPAI vastgesteld, maar wel minder vaak dan in november vorig jaar, toen bleek 50 – 75% van de onderzochte dieren besmet te zijn met vogelgriep. Nu is dat 5%.
Medeauteur: Kirsten Graumans