Publieke belangen als voedselveiligheid en volksgezondheid kunnen in het geding komen als er geen oplossing komt voor het dierenartsentekort. Dat concludeert landbouwminister Piet Adema op basis van onderzoek dat in opdracht van het ministerie en de Faculteit Diergeneeskunde (Utrecht) is uitgevoerd.
Het probleem ligt echter niet alleen bij de beschikbaarheid, want een aanzienlijk deel van de praktiserende dierenartsen haakt al binnen vijf jaar af. Dat blijkt uit een publicatie in de Veterinary Record van onderzoekers van de Faculteit Diergeneeskunde in Utrecht, de TIAS School for Business and Society, Dierenartsencoöperatie Dactari en Wageningen Universiteit en Research. De publicatie is gebaseerd op een onderzoek onder meer dan 500 in Utrecht afgestudeerde dierenartsen die in de periode tussen 2009 en 2014 hun titel behaalden.
Van de 552 respondenten die aan het onderzoek meededen, begonnen er 50 niet in een dierenartsenpraktijk. Van de 502 die wel in de praktijk gingen werken, haakte na verloop van tijd bijna 17% af.
De redenen voor het afhaken werden gedestilleerd uit gesprekken met dierenartsen. De ongunstige privé-werkverhouding werd als belangrijkste reden opgegeven. Andere redenen die hoog scoren, zijn onvoldoende uitdaging, te weinig ontwikkelingsmogelijkheden, te lage verdiensten, te hoge werklast en gebrek aan begeleiding.
De dierenartsen die uitstromen uit de praktijk kiezen voor vaak een vervolgbaan in de industrie, opleiding, wetenschap en onderzoek of bij de overheid. En deel van hen maakt later alsnog de stap terug naar de praktijk. Minister Adema wil dat jonge dierenartsen goed worden begeleid naar de praktijk. Het moet worden voorkomen dat zij vroegtijdig uitstromen.
Tekort aan dierenartsen is al langer een probleem. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit klaagt al jaren over het gebrek aan beschikbare dierenartsen om de wettelijke taken uit te voeren. Uit onderzoek dat mede in opdracht van het ministerie van LNV is uitgevoerd blijkt dat de toenemende schaarste aan dierenartsen publieke belangen in het geding kan brengen. Dan gaat het niet alleen om diergezondheid en dierenwelzijn, maar ook om voedselveiligheid, volksgezondheid en milieu.
Of er bij dierenartsen een grotere arbeidskrapte is dan in andere beroepsgroepen, kan op grond van het onderzoek niet worden vastgesteld. Maar de schaarste aan praktiserende dierenartsen is in de afgelopen tien jaar sterker toegenomen dan die van andere beroepen. Als dat zo doorgaat, kan er een “absoluut tekort ontstaan”, schrijft Adema. De minister schreef eind vorig jaar een brief aan de Kamer waarin hij meldde te willen kijken om paraveterinairen (bij voorbeeld veeverloskundigen) meer taken te kunnen geven die nu nog voorbehouden zijn aan dierenartsen.