Terechte draai van supermarkten over statiegeldblikjes

Tegen heug en meug. Want ze willen hun ruimte liever benutten met winkelschappen dan met inzamelapparatuur en opslagloodsen voor statiegeldverpakkingen. Daarom presenteerden de brancheorganisaties van supermarkten (CBL) en levensmiddelenproducenten (FNLI) met de Stichting Afvalfonds Verpakkingen eind vorig jaar een plan voor een landelijk dekkend netwerk van 3.300 onbemande inzamelpunten (hubs) buiten de supermarkt. Ze hoopten zo te kunnen voldoen aan de eis van de overheid. Die besliste namelijk op 3 februari 2021 dat vanaf 31 december 2022 € 0,15 statiegeld zit op alle drankblikjes, net als op plastic flesjes al het geval is. Het doel is dat in 2024 minstens 90% van de statiegeldblikjes weer wordt ingeleverd.

Rare situatie

Maar een studie van onderzoeksbureau Eunomia toont aan dat dat doel niet wordt gehaald met het oorspronkelijke plan. Eunomia onderzocht inzamelingssystemen in 35 andere landen of regio’s en vergeleek dat met het Nederlandse plan. De conclusie is dat geen enkel land of regio met inzamelingspunten buiten de winkels een return-percentage haalt van 90%. Alle landen die dat doel wel halen, verzamelen de statiegeldverpakkingen in de winkels. Bovendien krijg je in Nederland straks de rare situatie dat de klant zijn plastic statiegeldflesjes en lege bierflesjes kan inleveren in de winkel, maar voor de blikjes op een andere plek buiten de winkel moet zijn. Dat is bepaald niet gebruiksvriendelijk. Grote kans dus dat de politiek het plan gaat afschieten.

Tweede Kamer

Daarom kiezen de supermarkten eieren voor hun geld: dan toch voorlopig maar de blikjes inzamelen in de winkels, net als de plastic flesjes. Donderdag buigt de Tweede Kamer zich in een technische briefing over het inzamelingsplan van statiegeldblikjes. De draai van de supermarkten komt dus net op tijd.