Toenemende verkoop duurzame huismerkproducten is winst voor de boer

Uit een prijspeiling door de Consumentenbond blijkt dat de prijzen van basisboodschappen, ofwel producten die nagenoeg iedereen in huis heeft, afgelopen jaar met 21% zijn gestegen. Het zal niemand, die regelmatig boodschappen doet, zijn ontgaan.

Het is gezien deze prijsstijging niet verwonderlijk dat consumenten steeds vaker kiezen voor huis- en C-merken in plaats van de duurdere A-merken. Door consequent voor de voordeligste basisproducten in supermarkten te kiezen, besparen consumenten gemiddeld 50%. Dan heb je het voor een gemiddeld gezin op maandbasis al snel over een paar honderd euro.

Opvallend is dat de Consumentenbond meldt dat een aantal supermarkten zijn C-merken, de goedkoopste merken aan de onderkant van de markt, laat opgaan in de huismerken. Blijkbaar leidt dit tot betere marges voor de supers.

Het deels verdwijnen van C-merken lijkt voor de primaire producent geen slecht nieuws

Los van de redenen voor supermarkten om deze stap te zetten, lijkt het deels verdwijnen van C-merken voor de primaire producent geen slecht nieuws. Natuurlijk is het vanuit de producent gezien jammer dat consumenten minder vaak kiezen voor de A-merken, die vaak het meest opleveren. Gezien het economische tij lijkt deze trend echter voorlopig niet te keren.

Net als bij A-merken is ook bij huismerken duurzaamheid in de afgelopen jaren een steeds belangrijker thema geworden. Denk aan het Beter voor Koe, Natuur & Boer-programma voor huismerkproducten van Albert Heijn of het PlanetProof-keurmerk op zuivel onder huismerk van Plus-supermarkten.

Beide programma’s leveren betrokken boeren een meerprijs op en bieden dus de mogelijkheid om gevraagde duurzaamheidsstappen ook daadwerkelijk te zetten. Hierdoor zijn de boeren wat betreft hun inkomsten niet alleen afhankelijk van de lucratievere verkoop van A-merken en dat is winst.