Er gaat veel geld om in de deze sector. Volgens het CBS werken er bijna 4.000 mensen in de meelindustrie die samen een omzet realiseren van €3,5 miljard aan ‘maalderijproducten’. De deeg- en bakkerijsector telt 42.000 werknemers en die halen een omzet van €7,5 miljard aan ‘bakkerij- en deegwaren’.
Import van graan
Nederland is vanwege het natte en koude klimaat geen geschikt land om graan te telen. Het graan dat hier groeit krijgt vaak een laagwaardige bestemming als voer. Daarom moet Nederland veel meer graan importeren dan dat we aan andere landen verkopen. Nederland importeert jaarlijks voor ongeveer €3 miljard aan graan. De exportwaarde schommelt rond de €620 miljoen. Nederland moet ieder jaar bijna €2,4 miljard ‘bijleggen’ om te zorgen voor voldoende graan.
Meelproducten en graanbereidingen
Bij meelproducten en graanbereidingen (voedingsmiddelen of ingrediënten op basis van graan) realiseert Nederland wel een exportoverschot. Bij meelproducten staat tegenover een import van €770 miljoen een exportwaarde van bijna €800 miljoen. Daar houden we bijna €30 miljoen aan over. Bij de graanbereidingen zijn de verdiensten veel groter. Tegenover een importwaarde van €2,6 miljard staat een exportwaarde van ruim €5,1 miljard. Dat levert een exportoverschot op van ruim €2,5 miljard.
Wereldwijd wordt iets meer dan de helft van alle graan verwerkt in voedingsmiddelen. Iets minder dan de helft gaat in veevoer. Een klein deel wordt omgezet in ethanol. Dat laatste hangt sterk af van de regio in de wereld. In de Verenigde Staten wordt een derde van alle geoogste mais verwerkt tot ethanol. In de EU krijgt 10% van alle mais die bestemming. Van alle tarwe die de EU oogst, wordt 3% omgezet in ethanol. Maar de ethanolsector is een laagwaardige bestemming van graan.
Voerfabrikanten
Het meeste graan wordt vermalen tot meel en bloem. Graan van mindere kwaliteit vindt zijn weg naar de voerfabrikanten. De 65 miljoen ton mais die de EU jaarlijks oogst gaat vrijwel in zijn geheel naar de voersector. Bij tarwe is dat ongeveer een derde, bij gerst ongeveer twee derde. De EU exporteert ook veel tarwe en gerst. De tarwe van betere kwaliteit gaat naar de fabrikanten van koekjes, beschuit en crackers. De beste tarwe wordt gebruikt voor het bakken van brood.
De graanprijzen worden bepaald door vraag en aanbod. De vraag naar graan stijgt ieder jaar in de wereld. De productie bepaalt in grote mate de prijs. De productie is sterk afhankelijk van het weer tijdens het groeiseizoen en ook van het areaal dat boeren inzaaien. Omdat het weer moeilijk is te beïnvloeden, kunnen de graanprijzen sterk schommelen. Food&Agribusiness publiceert de belangrijkste graannoteringen en maakt marktanalyses over het reilen en zeilen op de graanmarkten.
Termijnmarkt in Chicago
De grootste graanmarkt ter wereld is de termijnmarkt in Chicago. De Chicago Board of Trade (CBOT) bestaat al sinds 1848. De termijnmarkt stelt bedrijven in staat hun prijsrisico’s te verkleinen. In de jaren 70 ontstonden optiecontracten, waardoor handelaren en bedrijven hun risico’s nog beter konden beheersen. De CBOT maakt tegenwoordig deel uit van de Chicago Mercantile Exchange (CME) Group.
Termijnmarkt in Parijs
De belangrijkste graanmarkt in Europa is de termijnmarkt in Parijs. Deze heette oorspronkelijk MATIF (Marché à Terme International de France). Later werd deze Franse termijnmarkt opgenomen in het Europese beursbedrijf Euronext. Euronext is de grootste Europese aandelenmarkt en een toonaangevend handelsplatform voor grondstoffen. Op de termijnmarkt in Parijs worden onder andere agrarische grondstoffen verhandeld, zoals tarwe, mais, koolzaad, gerst, melkpoeder, wei, boter en kunstmest. Voor tarwe, mais en koolzaad is Parijs toonaangevend in Europa.