De uienhandel bevindt zich in een aftastende fase, wat wel gebruikelijk is in de eerste weken van het kalenderjaar.
Het uienhandelscircus begint eigenlijk weer opnieuw. Na een eerste helft met veel overzeese bestemmingen is Europa nu aan zet. De prijsniveaus rond de € 50 per 100 kilo lijken een mooie, stevige bodem in deze fase van het afzetseizoen. Kijkend naar de prijsontwikkeling van het seizoen 2018-’19, waar het huidige seizoen veel van weg heeft, liggen er erg mooie kansen in het verschiet.
In de breedte vragen landen – van Zuid- tot Noord- en Oost-Europa – naar de mogelijkheden van de Nederlandse bewaaruien. Interesse is er dus duidelijk, maar bij deze hoge prijsniveaus zijn kopers voorzichtig om handel vast te leggen; de risico’s zijn immers enorm. En buurlanden met uien willen ook een graantje meepikken van de hoge prijzen en melden zich. Maar de voorraden slinken vlot.
Met baalprijzen (€ 47 tot € 48 voor middelsortering en € 50 tot € 52 voor grove uien) die achter de telersprijzen aanlopen, zijn verwerkers niet blij. Het is ook geen gezonde situatie voor de keten als geheel. Afnemers moeten dat zetje krijgen om meer te betalen voor uien. Dat Europese landen hun restanten aan het opmaken zijn, is vast een goede stimulans. Kan de baalprijs naar een euro? Niemand kan het beloven, maar in de uien is niets onmogelijk.
Telers krijgen € 50 geboden op februari, € 55 tot € 57 op maart en € 60 op april en mei. Naar verwachting neemt de bandbreedte in het prijsniveau op korte termijn toe, want de grove zijn extra geliefd. Maar gezien de relatief kleine uienvoorraad ligt een prijsstijging voor alle uien voor de komende maanden in de lijn der verwachting.
De rode uien raken ook iets meer in zwang, die prijs ligt rond € 34 tot € 40. Gezien de interesse voor (grove) gele uien zal de prijs deze week weer een voorzichtige stap kunnen maken.
Prognose: lichte prijsstijging.
Prijsinformatie over uien vind je op FoodAgribusiness.nl/markt